De pruikentijd

Pruiken en Revoluties
Leerdoelen:
- Aan het eind van deze les kun je de verschillende standen in Frankrijk benoemen.
- Aan het eind van deze les kun je benoemen welke voorrechten de eerste en tweede stand hadden.
- Aan het eind van deze les kun je herkennen bij welke stand mensen hoorden tijdens de pruikentijd in Frankrijk.



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pruiken en Revoluties
Leerdoelen:
- Aan het eind van deze les kun je de verschillende standen in Frankrijk benoemen.
- Aan het eind van deze les kun je benoemen welke voorrechten de eerste en tweede stand hadden.
- Aan het eind van deze les kun je herkennen bij welke stand mensen hoorden tijdens de pruikentijd in Frankrijk.



Slide 1 - Tekstslide

De naam pruikentijd gebruiken we omdat in deze tijd:
A
Iedereen een pruik droeg
B
De pruik toen werd uitgevonden
C
Rijke mensen een pruik droegen
D
Alle vrouwen een pruik droegen

Slide 2 - Quizvraag

Pruikentijd
  • Standen
• Rechten en plichten standen
  • Welke stand zie je hiernaast?
  • Waar zie je dat aan?

Slide 3 - Tekstslide

De drie standen

Slide 4 - Tekstslide

Eerste stand: Geestelijken


Rechten: Ze hoefden geen belasting te betalen
Plichten: geen
0,5 % van de bevolking

Slide 5 - Tekstslide

Tweede stand: Adel
= mensen met een titel zoals hertog, bisschop (je hoorde alleen bij de tweede stand als je geboren was in de tweede stand.
Rechten: Ze hoefden geen belasting te betalen
Plichten: geen
1 % van de bevolking

Slide 6 - Tekstslide

Derde stand: Burgers
= de rest
Rechten: geen
Plichten: Zij moesten belasting betalen

98,5 % van de bevolking

Slide 7 - Tekstslide

Frankrijk was een standensamenleving. Hoeveel standen waren er in Frankrijk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 9 - Quizvraag

Een non hoort bij de
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
D
4de stand

Slide 10 - Quizvraag

Een rijke koopman hoort bij de
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
D
4de stand

Slide 11 - Quizvraag

Hertog Jan hoort bij de
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
D
4de stand

Slide 12 - Quizvraag

Graaf Berend hoort bij
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
D
4de stand

Slide 13 - Quizvraag

Paus Benedictus hoort bij
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
D
4de stand

Slide 14 - Quizvraag

Wat zie je op deze spotprent?

Slide 15 - Open vraag

Aan het eind van deze les kun je de verschillende standen in Frankrijk benoemen.

Slide 16 - Open vraag

Aan het eind van deze les kun je benoemen welke voorrechten de eerste en tweede stand hadden.

Slide 17 - Open vraag

Aan het eind van deze les kun je herkennen bij welke stand mensen hoorden tijdens de pruikentijd in Frankrijk.

Slide 18 - Open vraag