30 januari - 2KGT1/2 Taalverzorging H3 - het lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom 2KGT1

Lezen

Wat vond je het belangrijkste dat je hebt gelezen? 

Twee belangrijke tips: 

Voordat we beginnen 

• vrolijker zijn (minder mopperen en schreeuwen) 
• behandel ons als volwassenen.
• duidelijke instructies geven

Herhalen - instructie kijken/ geven /schrijven 

Wat heb je geleerd?

Je begint een instructie met doe-woorden.

Schil de aardappelen en snij ze in kleine plakjes.

Gebruik signaalwoorden die volgorde aangeven.

Daarna, ten eerste, tot slot, vervolgens

Doel van deze les

Je leert hoe je het lijdend voorwerp (LV) in  een zin kan vinden. 

Volgorde van de les

• Herhalen van het onderwerp en gezegde en de persoonsvorm.
  
• Uitleg over het lijdend voorwerp
• Zelfstandig werken in tweetallen
• Evaluatie van de les 

Herhaling

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin? 

Persoonsvorm (pv) vind je door de zin vragend te maken of in een andere tijd te zetten.

vb: Mijn moeder heeft een nieuwe fiets.

Herhaling

Wat is het onderwerp in deze zin?

Vraag: wie of wat + pv

vb: Mijn moeder heeft een nieuwe fiets .

Herhaling

• 
  

Wat is het gezegde in deze zin?

Alle werkwoorden in een zin

vb: Mijn moeder heeft een nieuwe fiets.

Het lijdend voorwerp

 

    Mijn moeder heeft een nieuwe fiets.

Wat blijft er over? De fiets. Welke vraag moet je stellen om bij het antwoord de fiets te komen?

Het lijdend voorwerp

 

    Mijn moeder heeft een fiets gekregen. 

1  Zoek het gezegde (dit kan alleen de pv zijn)

2 Zoek het onderwerp

3 Stel de vraag:  Wie of wat + gezegde + onderwerp

Iris kreeg korting bij de opening van de winkel

Eindelijk bouwt de gemeente een skateboardbaan.

Even oefenen

Iris (ondw) kreeg (pv/gez) korting (lv) bij de opening van de winkel

Eindelijk bouwt (pv/gez) de gemeente (ond) een skateboardbaan (lv).

Even oefenen

Maak de opdrachten van Nieuw Nederlands Online

-  H3 Taalverzorging - lijdend voorwerp

Zelfstandig werken

(in tweetallen)

Evaluatie

Wat heb je geleerd?

Heb je nog vragen?

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Finn heeft een mobiel gekocht van zijn zakgeld.

Wat is het lv in deze zin?

Finn heeft een mobiel gekocht van zijn zakgeld.

Huiswerk voor morgen:

Zorg dat de opdrachten van taalverzorging H3 het lijdend voorwerp af zijn!