Les 3 Helpende plus vitale functies

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vitale functies

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over
de vitale functies?

Slide 3 - Woordweb

Vitale functies
- Zijn van levensbelang
-Gereguleerd door het centrale zenuwstelsel
-Vitale organen: Hersenen, longen en hart

Slide 4 - Tekstslide


Welke 5 vitale functies zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Vitale functies
- Bloeddruk
- Hartslag
- Ademhaling
- Temperatuur
- Bewustzijn 

Slide 6 - Tekstslide

Bloeddruk

Slide 7 - Tekstslide

Bloeddruk
  • Je meet  de druk waarmee het bloed vanaf het hart in de aorta komt.
  • Je hebt 2 waarden: 
- Systolische druk (bovendruk)
- Diastolische druk (onderdruk) 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer bloeddruk meten
- Medicatiegebruik
- Veel bloedverlies (bijv. na OK)
- Duizeligheid/klachten bij zorgvrager
-Bij opname / intake

Slide 9 - Tekstslide

Invloed op de bloeddruk

-Emoties of stress
- Leeftijd / geslacht
- Toestand van hart en bloedvaten
- Medicatie
- Gebruik van maaltijden
- Lichamelijke inspanning
- Lichaamsgewicht

Slide 10 - Tekstslide

Hypertensie
- Hoge RR
- Kijk naar diastolische druk (onderdruk) 
- Verhoogde druk in vaten bij hart in rust

Slide 11 - Tekstslide

Hypotensie
- Lage RR
- Duizeligheid, bleek, klam, flauwvallen
- Vaak bloedarmoede
- Orthostatische hypertensie (liggend is bloeddruk normaal, bij opstaan flinke daling van bloeddruk) 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Hartslag

Slide 15 - Tekstslide

Hartslag (pols) 
- De hartslag geeft samen met de andere lichamelijke observatiegegevens een indruk van de algemene toestand van de zorgvrager
-Pulsatie= het uitzetten en krimpen van slagaders door samentrekken en ontspannen van het hart

Slide 16 - Tekstslide

Hartslag (pols)

Je kan je hartslag meten op je slaap, je pols, je lies en je hals
- Je telt je hartslag 15 seconden en deze doe je x4
- Onregelmatige hartslag= 30 seconden tellen x2

Slide 17 - Tekstslide

Wat moet je observeren
tijdens het meten van
de hartslag?

Slide 18 - Woordweb

Wat moet je observeren?
- Frequentie
- Ritme
- Gelijkmatigheid
- Spanning en volume

Slide 19 - Tekstslide

Frequentie
- Afhankelijk van de lichamelijke conditie, de leeftijd en het geslacht
- Volwassene 60-90 slagen/minuut
- Pasgeborenen 120-140 slagen/minuut

> 100 slagen per minuut = Tachycardie
< 50 slagen/minuut = Bradycardie

Slide 20 - Tekstslide

Ritme en regemaat
- Een normaal ritme is regelmatig. De hartslagen volgen elkaar op met gelijke tussenposen.
- We spreken van gelijkmatigheid als alle slagen even krachtig te voelen zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Spanning en volume

- De spanning is afhankelijk van de elasticiteit van de slagaders
- Bij verminderde elasticiteit wordt de spanning groter, het bloed heeft minder ruimte in het vat en drukt harder tegen de wanden
- Volume is de hoeveelheid bloed die bij elke hartslag wordt rond gepompt

Slide 22 - Tekstslide

Methode
- Lichte druk met wijs- en middelvinger
- Pas tellen na voelen ritme
- 15 seconden x 4 = hartslag per minuut
- Eventueel afwijkingen gelijk mondeling melden
- In rood op de observatielijst
- Je rapporteert de observatiepunten in de rapportage

Slide 23 - Tekstslide

Ademhaling

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Controle ademhaling
- Frequentie
- Ademritme
- Diepte en gelijkmatigheid
- Ademgeluid
- Adembewegingen

Slide 26 - Tekstslide

Normaalwaarden
- Volwassenen: 12 tot 18 keer per minuut
- Kinderen: 20 tot 30 keer per minuut 
- Baby's: 30 tot 50 keer per minuut

Slide 27 - Tekstslide

Ademhaling, afwijkend
- Bradypneu: te langzame ademhaling
- Tachypneu: te snelle ademhaling

- Hyperventilatie -> meer dan 20 keer inademen per minuut zonder inspanning

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Ademhaling, afwijkend
- Cheyne stokes kom je vaak tegen op het sterfbed. De ademhaling geeft weer dat het overlijden dichtbij is. Het is een ademhaling die onregelmatig is en bestaat uit diepe en oppervlakkige adem teugen afwisselend van elkaar.
- De Kusmaul ademhaling is een diepe regelmatige ademhaling zonder onderbrekingen met een soort snurkend geluid. Dit treedt voornamelijk op door een verzuring van het lichaam, de verzuring kan komen door nierinsufficientie maar ook door een diabetisch coma. 

Slide 30 - Tekstslide

Rapporteren ademhaling
- Meet de ademhaling zonder dat de zorgvrager het weet
- Je telt de ademhaling 30 seconden lang en vermenigvuldigt het met 2.
- Je noteert de diepte, gelijkmatigheid, frequentie, ademritme, ademgeluid en adembewegingen.

Slide 31 - Tekstslide

Bewustzijn

Slide 32 - Tekstslide

Bewustzijn
- Het bewustzijn zegt iets over het functioneren van de hersenen
- In een gezonde toestand: helder bewustzijn

Slide 33 - Tekstslide

Stoornissen in het bewustzijn: oorzaken
- Hersenletsel
- Ademhalingsstoornis
- Hartstilstand
- Ziek zijn
- Epilepsie
- Diabetes (bv bij lage bloedsuiker)  

Slide 34 - Tekstslide

Bewustzijnsstoornissen: gradaties
- Helder bewustzijn
- Verlaagd bewustzijn
- Lichte bewusteloosheid
-Diepe bewusteloosheid (coma)

Slide 35 - Tekstslide

Controle bewustzijn

- Glasgow Coma Schaal
- Meet 3 reacties:
a. openen van de ogen (E)
b. Motorische reactie (M)
c. Verbale reactie (V)

- Doel van de schaal: eenduidige manier om het bewustzijn te beoordelen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Rapporteren bewustzijn
- Zorgvuldig in het zorgdossier
(evt. met behulp van EMV)
- Plotselinge veranderingen
(Arts waarschuwen!!)
- Zorgvrager gaat achteruit
(Arts waarschuwen!!)

Slide 38 - Tekstslide

Lichaamstemperatuur

Slide 39 - Tekstslide

Tussen 37,5°C en 38°C
Hoger dan 38°C
Hoger dan 40°C
Lager dan 36°C
Hypothermie
Subfebriele temp
Hyperthermie
Koorts

Slide 40 - Sleepvraag

Lichaamstemperatuur
- De constante temperatuur wordt geregeld vanuit het centraal zenuwstelsel
- De normaalwaarde ligt tussen de 36.5°C en 37,5°C 

- 'S morgens 0,3°C lager door de ruststofwisseling 's nachts
- Het lichaam verliest warmte via de huid, de AH en via urine en ontlasting

Slide 41 - Tekstslide

Koorts
- Symptoom, geen ziekte
- Afweermechanisme van het lichaam op een infectie of ontsteking
- Een verhoogde temp...
= een onrustig klimaat voor bacteriën en virussen
= De productie van witte bloedcellen is hoger --> deze maken bacteriën onschadelijk

Slide 42 - Tekstslide

Wat zijn verschijnselen van koorts?

Slide 43 - Open vraag

Verschijnselen koorts
- Rillerig, patiënt heeft het koud en ziet bleek
- Warm, blozende kleur, transpireren
- Onrustige, branderige ogen
- Algehele malaise met hoofdpijn en spierpijn
- Slapeloosheid
- Geen eetlust, misselijk of braakneigingen
- Wel/geen dorstgevoel
- Pols en AH stijgt
- Urineproductie daalt
- Soms ontstaat koortsblaasjes op de lippen

Slide 44 - Tekstslide

Intra-auraal / tympthanisch
Femoraal
Oraal
Axillair
Rectaal
Rectum
Onder de oksel
In de mond

In de lies
In het oor

Slide 45 - Sleepvraag

Zorg bij koorts is gericht op: 

- Bedrust
- Omgevingstemperatuur
- Licht
- Voeding en vocht
- Hygiëne
- Koortswerende medicatie
- Preventie bedcomplicaties en smetten
- Observatie en rapportage -> temp, pols en urineproductie
- Algehele toestand ZV -> lichamelijk en psychisch

Slide 46 - Tekstslide

Rapporteren
-  op de temperatuurlijst in het dossier
- Overige informatie in de rapportage
- Aangeven waar je hebt gemeten
- Afwijkende waarden evt. gelijk doorgeven aan de art 
-> bv temp hoger dan 38,5°C

Slide 47 - Tekstslide