NN2H2Spellingleenwoorden

H2 Spelling - leenwoorden

lesdoel:

- je kent de regels voor de spelling van leenwoorden.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2 Spelling - leenwoorden

lesdoel:

- je kent de regels voor de spelling van leenwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

typ 3 Engelse leenwoorden.

Slide 7 - Woordweb

De spelling van Engelse leenwoorden

Slide 8 - Tekstslide

De stam van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen.

bijv. cheaten --> cheaten --> cheat

         bridgen --> bridgen --> bridg


Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijven we een enkele medeklinker.

bijv. stressen --> stressen --> stres

Behalve als we de Engelse klank willen behouden.

bijv. baseball (spreek uit: [beesbol]), stam: baseball

Slide 9 - Tekstslide

herhaling - geheugensteuntje


Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd en/of als voltooid deelwoord NIET van klank.

bijv. zorgen - zorgde - gezorgd

         poetsen - poetste - gepoetst       

         melden - meldde - gemeld

Slide 10 - Tekstslide

Engels werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden:

* in de tegenwoordige tijd: stam of stam + t

   bijv. squashen --> ik squash en hij squasht


* in de verleden tijd: stam + te(n)  of  stam + de(n)

   bijv. squashen --> ik squashte  en  wij squashten

            downloaden --> ik downloadde  en  wij downloadden

Slide 11 - Tekstslide

Kies de juiste spelling:
De directeur (lobbyen) voor meer geld.
A
lobbyt
B
lobbyd
C
lobbiet
D
lobbied

Slide 12 - Quizvraag

Ties (hockeyen) al jaren
A
hockeyt
B
hockeyd
C
hockiet
D
hockied

Slide 13 - Quizvraag

Roderick heeft ook jaren (hockeyen)
A
gehockied
B
gehockiet
C
gehockeyd
D
gehockeyt

Slide 14 - Quizvraag

Vorige week (cancelen) de reismaatschappij de reis door het Coronavirus
A
canceldte
B
cancelte
C
cancelde

Slide 15 - Quizvraag

Door het Coronavirus is mijn vakantie naar Corfu (cancelen)
A
gecancelt
B
gecanceldt
C
gecanceld

Slide 16 - Quizvraag