2.1 Het voortplantingsstelsel van een man

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen vandaag?

Toets kort nabespreken

Startopdracht H.2

Uitleg 2.1

Aan de slag opdrachten 2.1

Startopdracht H.2.

Een synoniem is een ander woord voor ‘een ander woord voor’: woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen.

Vagina

Penis

Vrijen

Wat gaan we leren vandaag?

Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man met hun ligging, bouw en functies noemen, in een afbeelding aanwijzen en hun werking beschrijven.

Het voortplantingsstelsel van een man.

voortplantingsstelsel man

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?

teelbal

bijbal

prostaat

zaadblaasje

zwellichaam

zaadleider

Sperma

1

2

3

4

5

6

7

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)

Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.

prostaat

bijbal

eikel

zaadblaasje

teelbal

zwellichaam

zaadleider

Aan de slag!

Blz. 38 + 39

Scan de QR-code. Bekijk het filmpje. 

Benoem en kleur de onderdelen.

Klaar? --> opdracht 2+3+4+5 + test jezelf 2.1

Afsluiting

Hoe ver ben je?

Wat ging goed?

Wat vind je nog lastig?

De weg van een zaadcel....

Zet in de juiste volgorde

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

stap 6

zaadleider

urinebuis

bijbal

zaadblaasje voegt vocht en voedingsstoffen toe

zaadbal

prostaat voegt vocht toe

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer

teelbal

zwellichaam

prostaat

zaadblaasje

bijbal

nr 1 en 2

1. 1: urineleider 2: eikel
2. 1: urinebuis 2: eikel
3. 1: urineleider 2: urineblaas
4. 1: urinebuis 2: voorhuid

nr 3 en 4

1. 3: voorhuid 4: prostaat
2. 3: eikel 4: urineblaas
3. 3: eikel 4: prostaat
4. 3: voorhuid 4: urineblaas

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.

Slaat de urine tijdelijk op

Via deze buis verlaat urine het lichaam

Urineleider

Urineblaas

Urinebuis

nr 5 en 6

1. 5: prostaat 6: zaadblaasje
2. 5: zaadblaasje 6: prostaat
3. 5: bijbal 6:zwellichaam
4. 5: zwellichaam 6: bijbal

nr 7 en 8

1. 7: urinebuis 8: bijbal
2. 7: zaadblaasleider 8: eikel
3. 7: zaadleider 8: teelbal
4. 7: urinebuis 8: teelbal

nr 6

1. voegt vocht toe aan sperma
2. verzamelplaats voor sperma
3. verzamelplaats voor urine
4. zwelt op bij opwinding

Bijbal

1. produceren zaadcellen
2. produceren vocht
3. produceren sperma
4. slaat zaadcellen op

nr 7

1. vervoert urine
2. vervoert vocht
3. vervoert vocht met sperma
4. vervoer spermacellen

nr 1

1. vervoert urine
2. slaat urine op
3. verzamelbuis voor spermacellen
4. vervoert vocht naar vochtblaasjes

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de

1. Teelballen
2. Bijballen

Waaruit bestaat sperma?

1. uit zaadcellen
2. uit zaadvocht
3. uit zaadcellen en zaadvocht
4. uit zaadcellen en urine

Hoe groot is de penis van Nederlandse volwassen mannen gemiddeld als hij stijf is?

1. zo groot als een augurk (6 tot 10 cm.)
2. zo groot als een snack komkommer (10 tot 16 cm.)
3. zo groot als een courgette (15 tot 20 cm.)
4. zo groot als een komkommer (20 tot 25 cm.)

De zaadblaasjes en prostaat maken

1. Vocht
2. Urine
3. Zaadcellen
4. Eicellen

Waardoor ontstaat er een erectie?

1. Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
2. Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
3. Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
4. Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Met welk nummer is het deel aangegeven dat de penis in erectie brengt?

1. nummer 2
2. nummer 3
3. nummer 5
4. nummer 6

onderdelen van de penis die zich met bloed kunnen vullen en zo een erectie veroorzaken

1. Eikel
2. Balzak
3. Zwellichamen
4. Prostaat

De urinebuis vervoert

1. urine en sperma
2. alleen urine
3. alleen sperma
4. bloed

De functie van teelballen

1. opslaan van zaadcellen
2. belangrijk voor het krijgen van een erectie
3. toevoegen voedingsstoffen aan sperma
4. produceren van zaadcellen

Een zaadleider vervoert

1. urine en zaadcellen
2. urine
3. bloed
4. zaadcellen

Wat is de voorhuid en waar zit deze?

1. een kleine snede in de balzak
2. huid om de balzak
3. huidplooi om de eikel
4. besneden eikel

In de bijballen worden

1. zaadcellen geproduceerd
2. zaadcellen opgeslagen
3. urine opgeslagen
4. bloedcellen gemaakt

De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen

1. Waar
2. Nietwaar

Waar worden zaadcellen gemaakt?

1. Teelballen
2. Bijballen

Voortplantingsorganen van een man, wat doet de zaadleider?

1. Slaat zaadcellen op
2. Vervoert de zaadcellen
3. Ontstaan zaadcellen
4. Voegen zaadvocht toe