week 5

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • SO
  • Verbos en presente
Semana 5
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • SO
  • Verbos en presente
Semana 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO
timer
25:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los deberes
Kijken en leren: module 2 regelmatige werkwoorden p. 29 -30
Maken: Module2 Tarea 3.3 p. 31-33
Invullen en leren: woordenlijst 4.1




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Ik kan de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Om te weten wie of over wie er gesproken wordt, op welk tijdstip het gesproken wordt en of de actie is gebeurd, nu gebeurt of gaat gebeuren. 
  • Het persoonlijk voornaamwoord kun je in het Spaans weglaten voor een vervoegde vorm van een werkwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden -AR
Leerdoel: werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen voor het vervoegen in de juiste volgorde
van boven naar beneden
Juiste uitgang achter de stam plakken
-ar van het werkwoord afhalen
De stam houd je over

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle regelmatige werkwoorden die in -ar einden hebben dezelfde vervoeging. Bijvoorbeeld: cantar (zingen) en hablar (spreken).

cantar
hablar
yo (ik)
hablo
tu (jij)
cantas
él/ella/usted (hij,zij, u)
habla
nosotros/nosotras (wij)
cantamos
vosotros/vosotras (jullie)
habláis
ellos/ellas/ustedes (zij/u)
cantan
hablas
hablamos
hablan
canto
canta
cantáis

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord LLEVAR (dragen+ meenemen)
yo

él
nosotros
vosotros

ellos
llevo
llevas
lleva
llevamos


 

lleváis

llevan

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord HABLAR.
yo

él
nosotros
vosotros

ellos
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis

hablan

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden -AR,-ER,-IR
Leerdoel: werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbos regulares
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
comer
como
comes
come
comemos
coméis
comen
vivir
vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven
praten
eten
wonen/leven
Leerdoel: werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3 stappen voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd: 
HAKKEN
TELLEN
PLAKKEN
HABLAR 
HABL
TÚ = DE 2E PERSOON
AS = DE TWEEDE UITGANG 
HABLAS
HABLAS = 
JIJ PRAAT

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen om te vervoegen
  • Elke werkwoord in het Spaans heeft een familie: -ar -er of -ir
  • Vind de stam door -ar, -er of -ir eraf te halen
  • plaats de bijbehorende uitgang achter de stam

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

maak tarea 3.2 uit je module. Vervoeg nu 
zelf de volgende werkwoorden in je schrift.
 beber (drinken)
 leer (lezen)
 escribir (schrijven)
 abrir (openen)

 

pág.30
timer
15:00
Leerdoel: werkwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitwerking
beber (drinken)
bebo
bebes
bebe
bebemos
bebéis
beben
leer (lezen)
leo
lees
lee
leemos
leéis
leen
escribir (schrijven)
escribo
escribes
escribe
escribimos
escribís
escriben
abrir (openen)
abro
abres
abre
abrimos
abrís
abren
Leerdoel: werkwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden -ER/-IR
Leerdoel: werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vivir, tú

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vives

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

comer, yo

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

como

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beber, ellos

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beben

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

escribir, vosotros

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

escribís

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leer, vosotros

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leéis

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

abrir, nosotros

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

abrimos

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

comer, nosotros

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

comemos

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hablar en español
¿Quién comienza?           Wie begint?  
¿A quién le toca?              Wie is er aan de beurt? 
¿Me toca a mí?                   Ben ik aan de beurt?
Es tu turno.                          Het is jouw beurt.
Tira el dado.                        Gooi de dobbelsteen. 
(no) es correcto.                Dat klopt (niet).
¡Yo he ganado!                    Ik heb gewonnen!








yo / él / (naam)
sí / no
¡Vale! (oké)
Enhorabuena
(gefeliciteerd)

Slide 34 - Tekstslide

casilla