BRAVO en de Nederlandse Norm Gezond Bewegen

BRAVO en de Nederlandse Norm Gezond Bewegen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BRAVO en de Nederlandse Norm Gezond Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de BRAVO gezondheidsfactoren uitleggen en voorbeelden geven, en de Nederlandse Norm Gezond Bewegen uitleggen en voorbeelden geven.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les uit wat de leerdoelen zijn, zodat de studenten weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over gezondheid?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

BRAVO Gezondheidsfactoren
BRAVO staat voor: Bewegen, Roken niet, Alcohol met mate, Voeding gezond, Ontspanning.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat de BRAVO gezondheidsfactoren zijn, en geef voorbeelden van elke factor.
Bewegen
Bewegen is belangrijk voor een gezonde levensstijl. Het helpt je om fit te blijven en vermindert het risico op ziektes.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden geven van manieren waarop ze kunnen bewegen, zoals sporten, wandelen, fietsen, etc.
Roken niet
Roken is slecht voor je gezondheid. Het verhoogt het risico op longkanker, hart- en vaatziekten en andere ziektes.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de studenten of ze weten waarom roken slecht is voor je gezondheid, en laat ze voorbeelden geven van de gevolgen van roken.
Alcohol met mate
Alcohol drinken kan bijdragen aan een verhoogd risico op ziektes zoals leverziekte, kanker en hart- en vaatziekten. Drink met mate.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat de richtlijnen zijn voor het drinken van alcohol, en geef voorbeelden van drankjes met weinig alcohol, zoals bier of wijn.
Voeding gezond
Gezonde voeding is belangrijk voor een goede gezondheid. Eet genoeg groenten en fruit en vermijd suiker en zout.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van gezonde voeding, zoals groenten, fruit, volkoren producten, etc.
Ontspanning
Ontspanning is belangrijk voor een goede gezondheid. Zorg voor voldoende rust en neem de tijd om te ontspannen.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden geven van manieren waarop ze kunnen ontspannen, zoals lezen, mediteren, wandelen, etc.
Nederlandse Norm Gezond Bewegen
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is minimaal 30 minuten per dag matig intensief bewegen, zoals wandelen of fietsen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is en waarom bewegen belangrijk is voor onze gezondheid.
Matig intensief bewegen
Matig intensief bewegen betekent dat je hartslag omhoog gaat en je ademhaling versnelt, maar je kunt nog wel praten.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat matig intensief bewegen betekent, en geef voorbeelden van activiteiten die matig intensief zijn, zoals wandelen, fietsen, etc.
Bewegen in het dagelijks leven
Je kunt op veel manieren bewegen in het dagelijks leven, zoals fietsen naar school of werk, de trap nemen in plaats van de lift, en wandelen in de pauze.

Slide 12 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden geven van manieren waarop ze meer kunnen bewegen in het dagelijks leven.
Samenvatting
Je hebt geleerd wat de BRAVO gezondheidsfactoren zijn en waarom ze belangrijk zijn voor een gezonde levensstijl. Ook weet je wat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is en waarom bewegen belangrijk is voor onze gezondheid.

Slide 13 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen, en vraag de studenten of ze nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.