week 45 2E/2 G herhaling /fictie opdracht/lezen en spelling

week 45 2 E/  2 G 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

week 45 2 E/  2 G 

Slide 1 - Tekstslide

stamgroepen 2g

Slide 2 - Tekstslide

stamgroepen 

Slide 3 - Tekstslide

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen ?
week 45/2 
leg klaar : 
boek  +  pen  
ipad (dicht ) 

Slide 4 - Tekstslide

vorige les

oefenen / herhalen stof 
PW         
  • Meer dan lezen §1 en  par. 2
  • Grammatica ZD  §1, 3, 5, 7
  • woorden van de woordenlijst 

  • herkansing op 16 november 2023 
  • PW Lezen par. 3 & Spelling
  • fictie opdracht periode 1





vandaag 


aan het werk met   ...week 45 : 
  • de herhalingsopdrachten: online 
(vragen stellen)  + theorie 

oefenblad op papier 


          


Slide 5 - Tekstslide

 gezegde : wg of ng 
Ik heb gesprongen.
= doen

Ik ben boos geworden.
= zijn 

Slide 6 - Tekstslide

oefenopgave toets 
1, 2 en 3 samen
4a en 5a samen 
6.1 samen


Slide 7 - Tekstslide

1.Hij heeft gefietst.                                            2. Hij is boos geworden.

Slide 8 - Tekstslide

Planning online  
opdrachten maken
tot einde lesuur

Slide 9 - Tekstslide

 fictie opdracht
fictie / non fictie 

pizza boekverslag 
inleveren 17 december 2023 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

indeling stamgroepen

Slide 13 - Tekstslide

6 *pizza punten 
  1. titel /auteur = schrijver /genre 
  2. protagonist/hoofdpersoon en bijpersonen 
  3. setting : plaats / tijd / omstandigheden  
  4. tijd : verteltijd en vertelde tijd/flashback en flash forward
  5. titelverklaring
  6. recensie 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

  Tijd en ruimte 

Slide 16 - Tekstslide

Tijd in verhalen (boek, serie of film) 

Chronologisch = gebeurtenissen vinden plaats in de volgorde waarin ze hebben plaatsgevonden

Niet-chronologisch = niet in volgorde waarin ze hebben plaatsgevonden

Slide 17 - Tekstslide

Niet-chronologisch
Bijvoorbeeld:

  • Het verhaal begint in het midden
  • Het verhaal begint aan het einde

Slide 18 - Tekstslide

Doorbreken chronologie
  • Flashback --> een personage kijkt terug naar het verleden

  • Flashforward --> de lezer krijgt alvast een kijkje in de toekomst

Slide 19 - Tekstslide

Vertel(de) tijd
1. verteltijd = de lengte van het verhaal (woorden, zinnen, aantal bladzijden, aflevering etc.)

2. vertelde tijd=  de tijdperiode die in een verhaal wordt besproken

Slide 20 - Tekstslide

Een voorbeeld
Harry Potter


- De verteltijd is 228 bladzijden.  
- De vertelde tijd is ongeveer 10 maanden: vanaf begin schooljaar tot einde schooljaar.

Slide 21 - Tekstslide

RUIMTE: geografische en klimatologische ruimte 
geografische ruimte : de plaats aan waar een verhaal zich afspeelt. Bijvoorbeeld een stad, dorp, of land. 

klimatologische ruimte : het weer of i welk seizoen een verhaal zich afspeelt. Bijvoorbeeld in de lente, of juist in de zomer.


Slide 22 - Tekstslide