2VWO - Grammatica - HST3

Zinsdelen
De bijvoeglijke bepaling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zinsdelen
De bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 2 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Mijn ondeugende zusje /heeft/ mijn nieuwe telefoon/ in het warme bad 
                    ow                        pv/wwg                      lvw                               bwb 
/gegooid./
     wwg

de bijvoeglijke bepaling bij zusje: ondeugende
de bijvoeglijke bepaling bij telefoon: nieuwe
de bijvoeglijjke bepaling bij bad: warme

Slide 3 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 5 - Tekstslide

Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woordsoorten moet benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldzin bvb
Ze     /  speelt  /  het mooiste melodietje uit de musical.
ond    pv+wwg                               lv

  • Wat is het belangrijkste znw in het lijdend voorwerp?
  • Melodietje
  • Welk / wat voor + melodietje?
  • mooiste = bijvoeglijke bepaling bij melodietje
  • uit de musical = bijvoeglijke bepaling bij melodietje

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een bijvoeglijke bepaling is een
A
zin
B
zinsdeel
C
deel van een zinsdeel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste woord (de kern) van het eerste zinsdeel van deze zin?
Mijn allerliefste broertje van drie jaar / heeft / vorige week / een mooi cadeau / gekregen.
A
Mijn
B
allerliefste
C
broertje
D
drie jaar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De ijsblauwe zee in Noorwegen is bevroren.
A
'IJsblauwe' en 'in Noorwegen'
B
Bevroren
C
'IJsblauwe'
D
'In Noorwegen'

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling in de zin:

Het huiswerk was moeilijk
A
Huiswerk
B
Was
C
Moeilijk
D
Is er niet.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De slaapkamer van het meisje is roze.
A
van het meisje
B
van het meisje, roze
C
roze

Slide 14 - Quizvraag