(2mh) H5 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria paragraaf 3

 Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 Bronnen Nigeria + B224,B226,B228
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de sterkten en zwakten van Nigeria zijn voor de ontwikkeling van het land
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 Bronnen Nigeria + B224,B226,B228
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de sterkten en zwakten van Nigeria zijn voor de ontwikkeling van het land

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nigeria is een...
A
Sterke staat
B
Zwakke staat

Slide 3 - Quizvraag

De meeste mensen in Nigeria werken in de
A
landbouw
B
industrie
C
commerciële diensten
D
niet commerciële diensten

Slide 4 - Quizvraag

wat is geen reden dat de mensen in Nigeria in armoede leven?
A
veel corruptie
B
weinig scholing
C
vervuilde landbouwgrond
D
veel investeringen uit de overheid

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Link

aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Groeiende bevolking
  • Grote bevolking vormt afzetmarkt voor bedrijven
  • Nollywood
  • Telecombedrijven
  • grote urbanisatie (trekken van platteland naar stad).

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
  • Nigeria is  enerzijds is het een achterblijver, anderzijds is het een voorloper.  
  • De ontwikkeling met behulp van verschillende ontwikkelingskenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Veelgebruikte ontwikkelingskenmerken zijn:
  • BNP per inwoner
  • Welzijn (= kwaliteit van leven) gemeten met de basisbehoeften (B226)
  • Urbanisatiegraad
  • Bevolkingsgroei
  • Arbeidsverdeling over de sectoren

Slide 10 - Tekstslide

Steeds rijkere bevolking
  • Bnp Per inwoner fors gestegen
  • Regionale ongelijkheid
  • Noordoosten is armer dan het zuiden
  • Platteland lager inkomen dan de stad

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Ontwikkelingskenmerken
Basisbehoeften zijn dingen die iedereen nodig heeft om te leven, hiermee kan je kijken naar ontwikkeling

  1. Voedsel – Getallen over de dagelijkse hoeveelheid energie, eiwittenen vitamines
  2. Huisvesting – Percentage huizen met waterleiding (hoe hoger, hoe meer ontwikkeld)
  3. Onderwijs Analfabetisme (hoe lager, hoe ontwikkelder een land)
  4. Gezondheidszorg Artsendichtheid (hoe hoger, hoe meer ontwikkeld) & Zuigelingensterfte (hoe lager, hoe meer ontwikkeld)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Grote beroepsbevolking
  • Mensen die betaald werk willen doen
  • Informele sector
  • Koeriersdiensten
  • Kleine bedrijfjes
De informele sector is ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Ontwikkelingskenmerken
  • Vroeger was er een scherpe tweedeling tussen het noorden (ontwikkelde landen) en het zuiden (ontwikkelingslanden)
  • Tegenwoordig afname van de verschillen af, door sterkte toename van de welvaart
  • Enerzijds veel opkomende landen, ook wel groeilanden (landen die tussen rijk en arm inzitten)
  • Anderzijds veel achterblijvers (landen waarin ze nauwelijks in de basisbehoeften kunnen voorzien)

Slide 17 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Een aantal groepen landen vallen onder groeilanden of opkomende landen zoals:



  • BRICS: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika
  • MINT: Marokko, Indonesië, Nigeria en Turkije
  • N-11: Next Eleven – Elf landen waarvan verwacht wordt dat ze bij de grootste economieën in de wereld gaan horen (Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea)

Slide 18 - Tekstslide

Zwaktes van Nigeria?
1. Onrust. Veel conflicten, politiek is het land niet stabiel.
2. Ongelijke verdeling van inkomen.
3. Niet genoeg elektriciteit, dus vaak stroomuitval.
4. Hoge werkloosheid.
5. Geen goede infrastructuur (om bv. hun producten over te vervoeren).

Slide 19 - Tekstslide

Energie & Infrastructuur
  • Generatoren
  • Te weinig electriciteit
  • Slechte wegen en spoorlijnen
  • Vertragingen 
Infrastructuur zijn alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie uit te wisselen, uitgezonderd de vervoermiddelen zelf.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Kansen voor Nigeria
Veel grondstoffen, dus ze kunnen gebruik maken van de vrije wereldhandel in het grootste deel van de wereld.

Import en export zijn dan makkelijk en leveren veel geld op.

Slide 22 - Tekstslide

Rijk aan hulpbronnen
  • Natuurlijke hulpbronnen
  • Aardgas, steenkool, ijzererts en goud
  • Landbouw
Een natuurlijke hulpbron is een product uit de natuur dat mensen goed kunnen gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Probleem met die handel:
Nigeria exporteert veel ruwe grondstoffen (direct uit de grond).
Het importeert veel industrieproducten (uit de fabriek). >

Grondstoffen zijn minder waard, dus uiteindelijk maakt Nigeria zo snel verlies.

Slide 24 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 Bronnen Nigeria + B224,B226,B228
maken opdracht 1 t/m 4 + 6 paragraaf 3 H5
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 76/77
werkboek blz. 92/93
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 25 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 26 - Tekstslide


Wat is de afzetmarkt?

A
Het aantal klanten dat producten of diensten wil kopen
B
Het aantal bedrijven dat producten of diensten wil verkopen
C
Het aantal producten dat verkocht wordt
D
Het aantal diensten dat aangeboden wordt

Slide 27 - Quizvraag


Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 28 - Quizvraag

Koppel de juiste situatie/oorzaak aan de juiste invalshoek
Natuur
Politiek-cultureel
Politiek-economisch
Economisch
Onderwijs
Door extreme droogte is de oogst mislukt
Door de botsingen tussen verschillende religies zijn er rellen onstaan
Bijna al het geld dat verdient wordt in de olie-industrie gaat rechtstreeks naar de overheid
Het grootste deel van de bevolking werkt in de landbouw
Meer dan 33% van de bevolking is analfabeet

Slide 29 - Sleepvraag

Wat is geen beroep in de informele sector?
A
Sigaretten verkoper
B
Boer
C
Kranten verkoper
D
Schoenen poetser

Slide 30 - Quizvraag