introductie Politieke dimensie 13 feb en 15 feb 2024

Burgerschap
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Hoe noemen we een stoel in de Tweede kamer?
A
Zetel
B
Fauteuil
C
Kabinet
D
Parlement

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we iemand die nog niet weet op welke partij hij gaat stemmen?
A
Een vrije kiezer
B
Een zwevende kiezer
C
Pacifist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de Staten-Generaal?
A
De Eerste en Tweede kamer
B
De belangrijkste generaal van het leger
C
Het kabinet
D
Het parlement

Slide 6 - Quizvraag

Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen in Nederland?
A
18 jaar
B
16 jaar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is nog een andere naam voor de Eerste en Tweede kamer samen?
A
Het kabinet
B
Het parlement

Slide 8 - Quizvraag

Met welke woorden begint een Kamerlid die moet spreken in de Tweede kamer zijn verhaal?
A
Mevrouw de voorzitter...
B
Geachte leden van de Tweede Kamer...

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'schorsing' in de Tweede Kamer?
A
Dat een Kamerlid de Tweede kamer wordt uitgezet.
B
Dat er pauze is in de vergadering.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe breng je een stem uit voor de Tweede kamer
A
Met een stemcomputer.
B
Met een rood potlood.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'campagne voeren'?
A
Reclame maken voor een politieke partij
B
Champagne uitdelen als je de verkiezingen hebt gewonnen.

Slide 12 - Quizvraag

Wie is geen volksvertegenwoordiger?
A
Een Kamerlid
B
De minister-president

Slide 13 - Quizvraag

Wie zitten er in de regering?
A
Alle ministers en de koning
B
Alle ministers en kamerleden

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN taak van de Tweede Kamer?
A
De Eerste Kamer controleren
B
De regering controleren

Slide 15 - Quizvraag

Mag de koning stemmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Wie bedenken de meeste wetten?
A
Ministers
B
Tweede Kamerleden

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel mensen mogen stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen? (ongeveer)
A
15 miljoen
B
12,5 miljoen
C
10 miljoen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Burgerschap 3e dimensie
Reader
Gastles: di 12 maart
Bezoek aan de rechtbank: di 16 april
Verslag

Slide 20 - Tekstslide