10.4.

10.4 Chromatografie
Wat is chromatografie?
Verschillende vormen van chromatografie
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10.4 Chromatografie
Wat is chromatografie?
Verschillende vormen van chromatografie
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek met chromatografie

Slide 1 - Tekstslide

Papierchromatografie
  • Papierchromatografie in 3e klas: scheiden van kleurstoffen in een pen
  • Scheidingsmethode berust op twee eigenschappen:
  • Verschil in oplosbaarheid van de loopvloeistof
  • Verschil in aanhechtings-vermogen aan het papier 

Slide 2 - Tekstslide

Papierchromatografie
  • Hoe beter een stof in de loopvloeistof oplost, hoe hoger de stof op papier terechtkomt
  • Hoe meer een stof hecht aan het papier, hoe lager de stof op papier terechtkomt
  • Loopvloeistof: Mobiele fase
  • Papier: Stationaire fase

Slide 3 - Tekstslide

Papierchromatografie


  • a = afstand van startlijn tot middelpunt van een vlek
  • b = afstand van startlijn tot vloeistoffront

    Rf-waarde is een stofeigenschap!
Rf=ba

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de Rf-waarde voor de blauwe stip?
A
1,13
B
0,58
C
0,88
D
0,92

Slide 5 - Quizvraag

TLC (Thin Layer Chromatography)
  • In plaats van papier is een plaatje met SiO2 de stationaire fase.
  • Principe van de scheiding is de verdeling van stoffen over de mobiele en stationaire fase. 
  • Afhankelijk van voorkeur voor stof om in mobiele of stationaire fase te zitten, eindigt de stof op een andere plaats op het papier.

Slide 6 - Tekstslide

Kolomchromatografie
  • Een kolom ipv papier
  • Kolom is een dunne buis waarin de stationaire fase zit.
  • Mobiele fase is een vloeistof of een gas dat het mengsel meeneemt door de kolom heen.
  • Stoffen in een mengsel binden korter of langer aan de stationaire fase -> scheiding

Slide 7 - Tekstslide

Vloeistofchromatografie
  • HPLC (High Performance Liquid Chromatography)
  • Kolom: bolletjes silica met daarop dun laagje stof als stationaire fase
  • Mobiele fase: Vloeistof met stoffen uit de onderzoeken mengsel door de kolom

Slide 8 - Tekstslide

Gaschromatografie
  • Mengsel wordt verhit, zodat alle stoffen verdampen.
  • Draaggas door de kolom geleidt.
  • Binnenkant van kolom heeft dunne laag met stationaire fase

Slide 9 - Tekstslide

Principe van GC
  • Stoffen blijven verschillend ''hangen'' aan de stationare fase; de ene meer dan de ander.
  • Daardoor vindt scheiding plaats

Slide 10 - Tekstslide

Retentietijd (tR)
  • Tijd dat een stof in de kolom zit
  • Elke stof heeft zijn eigen tR
  • Scheiding is door specifieke eigenschappen van stationaire fase
  • Vb: apolaire stoffen in een kolom met een apolaire stationaire fase zijn langzaam en komen later uit de kolom dan polaire stoffen

Slide 11 - Tekstslide

Je wilt een mengsel van twee stoffen, A en B, scheiden door middel van chromatografie.
Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B.
Stof B hecht beter aan het papier dan stof A.
Welke stof komt hoger in het chromatogram?
A
stof A
B
stof B
C
beide evenhoog

Slide 12 - Quizvraag