Dagen van gras _les 1

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

les 24 september
  • uitleg SE 1
  • uitleg Nieuw Nederlands Literatuur
  • introductie Dagen van gras
  • boek ophalen mediatheek
  • stukje voorlezen


Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
- weten wat je voor SE 1 moet leren en doen
- kunnen uitleggen of fictief en literair verhaal autobiografisch is of niet

Slide 3 - Tekstslide

SE 1
1) Nieuw Nederlands 1.0 - 1.5
2) Twee literaire werken:
- Dagen van gras
- Confettiregen

elke vrijdag gaan we met NN literatuur + Dagen van gras 
aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

SE 1
1) Nieuw Nederlands 1.0 - 1.5
- Personages
- Perspectief
- Setting en ruimte
- Tijd
- Thema's en motieven
Je moet deze begrippen uitleggen aan de hand van de boeken.

Slide 5 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Bekijk blz 10

Slide 6 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Hoe werkt het boek? 

Bekijk de eerste paar bladzijden en leg uit waarom op blz 10 fictief onderstreept is en literatuur een sterretje (*) krijgt.

2  minuten!

Slide 7 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Hoe werkt het boek?

nieuwe begrippen krijgen een *
al aan bod gekomen begrippen zijn onderstreept

We lezen steeds fragmenten uit boeken en beantwoorden daar vragen over. Daar beginnen we volgende week mee.

Slide 8 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Wat is fictie?

‘Verzonnen verhaal. Fictieve verhalen kunnen (deels) gaan over mensen die werkelijk (hebben) bestaan of gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden.’ Nieuw Nederlands Literatuur

‘Literatuur met verzonnen elementen: verhalen, poëzie, toneelstukken, romans. Verdichtsel, verzinsel.’ Van Dale




Slide 9 - Tekstslide

wat is het tegenovergestelde van fictie?

Slide 10 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Wat is een roman?

Nieuw Nederlands Literatuur: ‘Een lang (boekvullend) fictief verhaal’

---> Proza: ‘Verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen.
Daarin onderscheidt proza zich van poëzie.’




Slide 11 - Tekstslide

NN literatuur par 1.0
Wat is literatuur?

Nieuw Nederlands Literatuur:‘Verzamelnaam voor fictieve teksten die een diepere laag hebben.

Kenmerken van literatuur zijn onder meer: originaliteit, complexiteit,
onvoorspelbaarheid, een bijzondere stijl en de mogelijkheid betekenissen
aan de tekst toe te kennen.’



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

geef een voorbeeld van literatuur + lectuur


originaliteit, complexiteit, onvoorspelbaarheid, een bijzondere stijl en de mogelijkheid betekenissen aan de tekst toe te kennen



Slide 14 - Tekstslide


Dagen van gras

Philip Huff

Slide 15 - Tekstslide


Dagen van gras

is een verhaal van de achttienjarige Ben. Hij woont na zijn ontslag uit een psychiatrische kliniek in De Dwars, een steunwoning voor adolescenten. Hij blikt terug op zijn kindertijd en op hoe hij in De Dwars is beland.

Slide 16 - Tekstslide

bekijk het volgende vlogboek

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

NN literatuur par 1.0
Autobiografie (blz 11)

'De schrijver beschrijft zijn eigen leven'.

auto = zelf
bios = leven
grafie/graphein = schrijven


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

naar de mediatheek
- pak je schoolpas
- wees stil op de gang (niet kletsen!)
- in de mediatheek ga je netjes in een rijtje staan
- als je je boek hebt, ga je stilletjes terug naar het lokaal

Slide 22 - Tekstslide

voorlezen

Slide 23 - Tekstslide

lesdoel
- weten wat je voor SE 1 moet leren en doen
- kunnen uitleggen of fictief en literair verhaal autobiografisch is of niet

Slide 24 - Tekstslide

lesdoel
- weten wat je voor SE 1 moet leren en doen
- kunnen uitleggen of een boek autobiografisch is of niet

Slide 25 - Tekstslide

belangrijkste personages
  • Ben van Deventer
  • Bens grootvader 
  • Bens moeder
  • Bens vader
  • Tom Samson
  • Anna

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

setting & ruimte dvg
Plaats: platteland, Amsterdam, Bloemendaal
Tijd: nu
Omstandigheden: puber, zonder vader, alleen, ziek

Ruimte: De Dwars, boomhut, huis van opa

Slide 28 - Tekstslide

titel

De titel Dagen van gras is ontleend aan een album van de Nederlandse zanger Spinvis: Dagen van gras, dagen van stro.

Slide 29 - Tekstslide

Dagen van gras
verwijst naar
  • de kindertijd van Ben: hij leefde vroeger in dagen van gras, omdat hij op het platteland woonde.
  • de tijd waarin Ben drugs gebruikte. Met gras wordt het geestverruimende gras, de wiet, bedoeld.
  • de dagen die Ben zonder de lijfelijke aanwezigheid van zijn vader moet doorbrengen. ".... You can see me in the tall trees and the grass that surround you..." (afscheidsbrief van Bens vader)

Slide 30 - Tekstslide

fictie 
Dagen van gras is een fictief verhaal met de werkelijkheid als uitgangspunt. Dat komt terug in de verschillende ruimten, bijvoorbeeld:

Zwolle
Amsterdam
Engeland
Den Dolder

Het blijft een VERZONNEN verhaal.

Slide 31 - Tekstslide

vijf centrale onderwerpen/thema's/ motieven

  1. vriendschap
  2. psychose
  3. schizofrenie
  4. drugsgebruik
  5. muziek

Slide 32 - Tekstslide

toelichting schizofrenie en psychose
schizofrenie = 'gespleten geest' --> 
  • waanbeelden
  • stemmings- en gedragstoornissen
  • slaapproblemen
  • vaststelling na psychose
psychose = psychiatrische aandoening waarbij patiënt het normale contact met de werklijkheid (gedeeltelijk) kwijt is.

Slide 33 - Tekstslide

overkoepelende thema
  • Wat zou het overkoepelende thema kunnen zijn? Waar wil de schrijver je over na laten denken?
  • Het boek gaat over de volwassenwording van Ben. De schrijver wil je na laten denken over wat volwassenworden met schizofrenie zou kunnen betekenen voor je leven.

Slide 34 - Tekstslide

vijf centrale onderwerpen/thema's/motieven
  1. vriendschap
  2. psychose
  3. schizofrenie
  4. drugsgebruik
  5. muziek
Probeer voor elk onderwerp uit te leggen of het om een thema of om een motief van dit boek gaat.

Slide 35 - Tekstslide

motieven 
Noem een concreet motief en een abstract motief uit Dagen van gras en leg uit waarom het een concreet/abstract motief is.

Slide 36 - Tekstslide

opbouw
  • proloog + zeven genummerde hoofdstukken + epiloog
  • proloog: tegenwoordige tijd, ik-persoon stelt zich voor en kondigt aan zijn levensverhaal te gaan vertellen
  • hoofdstukken: verleden tijd, ik-persoon beschrijft zijn leven
  • epiloog: tegenwoordige tijd, je-vorm, gedetailleerde beschrijving wandeling naar Weldra

Slide 37 - Tekstslide

spanning

Door de volgende open plekken:
  • Hoe is Ben in De Dwars terechtgekomen?
  • Wat is er met hem gebeurd?
  • Hoe heeft dat kunnen gebeuren?
  • Tom

Slide 38 - Tekstslide

perspectief
  • ik-vorm en je-vorm wisselen elkaar af
  • je-vorm voornamelijk als Ben in een trip zit, ook in de epiloog

Slide 39 - Tekstslide

ontknoping
  • Ben probeert Tom te bellen en krijgt geen gehoor. Daarop belt hij zijn moeder. Pieter, de tuinman, neemt op: 
  •                     "Hoe bedoel je, met z'n tweeën?"
  • Anna doet Ben beseffen dat hij Tom verzonnen heeft door te zeggen dat zij ook zaken verzonnen heeft: 
  •                    "Uit woede. En uit verdriet. Omdat ik een boeman nodig had om                       te haten. Omdat ik me toe-eigende wat ik nodig had."

Slide 40 - Tekstslide

taal en stijl
  • spreektaal: stopwoordjes als 'man', 'ofzo' en 'echt' -->     "Man, mijn grootvader had het talent...."
  • platte woorden/krachttermen
  • metaforen: o.a. schaken
  • echtheid vergroten: "Of had ik dat al verteld?"
  • uitgebreide beschrijvingen van muziek (Beatles)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

d-toets
Maak nu de d-toets uit de classroom

Slide 44 - Tekstslide