Injecteren VPTH 1

Injecteren s.c/I.M


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Injecteren s.c/I.M


Slide 1 - Tekstslide

Even opfrissen
Noem de regel van 5

Slide 2 - Open vraag

Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 3 - Quizvraag

Waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 4 - Quizvraag

sub cutaan injecteren doe je in
A
bovenhuids bindweefsel
B
onderhuids bindweefsel
C
dermis
D
lederhuid

Slide 5 - Quizvraag

Gevaar van IM injecteren in de bil is
A
Veel meer pijn
B
meer kans op bloedingen
C
evenwichtsproblemen na het prikken
D
Kans op aanprikken nervus ischiadicus

Slide 6 - Quizvraag

Waar injecteer je de insuline
A
In de spier
B
Onderhuids bindweefsel
C
Intracutaan
D
Intraveneus

Slide 7 - Quizvraag

Insuline injecteren is een loodrechte techniek
A
onjuist
B
juist

Slide 8 - Quizvraag

Op welke plek mogen we NIET intramusculair injecteren?
A
In de arm
B
In de bil
C
In het bovenbeen
D
In de buik

Slide 9 - Quizvraag

Bij een verkeerde techniek van SC-injecteren kan een verlamming in de ledematen optreden!
A
Niet waar
B
Waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel ml mag je in 1 keer subcutaan injecteren?
A
0-0,5 ml
B
0-1,0 ml
C
0-1,5 ml
D
0-2,0 ml

Slide 11 - Quizvraag

bij welke wijze moet je 45 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer moet je de huid desinfecteren?
A
altijd
B
alleen bij verminderde weerstand
C
alleen na het injecteren
D
nooit

Slide 13 - Quizvraag