Hoofdstukopening thema Arm en rjk

Welkom
  1. Tassen achterin
  2. Neem je tekstboek mee
  3. Oortjes meenemen
  4. Telefoon in de (telefoon)tas
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  1. Tassen achterin
  2. Neem je tekstboek mee
  3. Oortjes meenemen
  4. Telefoon in de (telefoon)tas

Slide 1 - Tekstslide

Armoede en rijkdom
Met geld kun je van alles doen. Dingen kopen die nodig zijn, zoals eten en kleding.
De huur of hypotheek betalen van het huis waar je in woont.
Maar ook leuke dingen kopen, zoals een computerspelletje of een cd. 

Dingen die je nodig hebt om te overleven, noem je basisbehoeften. Alle andere dingen zijn luxe-artikelen. In Nederland kunnen de meeste mensen hun basisbehoeften wel betalen.

Eén op elke tien Nederlanders lukt dat niet. Zij leven onder de armoedegrens.
Deze mensen hebben vaak geen salaris, maar meestal wel een uitkering. Een uitkering is een geldbedrag dat de regering elke maand geeft aan mensen die geen werk hebben. Dat bedrag is niet erg hoog.

Slide 2 - Tekstslide

in de bijstand in Nederland
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.391,82
Vakantie-uitkering € 73,25
Totaal € 1.465,07
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand € 974,27
Vakantie-uitkering € 51,28
Totaal € 1.025,55

Slide 3 - Tekstslide

Waar is men rijk of arm?

Slide 4 - Tekstslide

Pas op!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

oneerlijk
In Nederland is tien procent van de mensen arm.
Maar arm zijn in Nederland is niet hetzelfde als arm zijn in Afrika. Een arme Nederlander heeft meestal wel een dak boven zijn hoofd. En hij kan meestal wel elke dag warm eten, al is het dan geen biefstuk. 

Ben je arm in een Afrikaans land, dan heb je soms dagenlang helemaal niets te eten.
Je moet uren lopen om aan water te komen, en dat water is meestal nog vies ook. Je woont in een krot, met de hele familie op een kluitje.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Oneerlijk
Eigenlijk is er genoeg voor iedereen, maar toch hebben sommige mensen het heel goed en hebben anderen het heel slecht.
Sommige landen hebben natuurlijke rijkdommen in de bodem. Olie bijvoorbeeld. Van olie wordt benzine gemaakt, maar ook een aantal andere producten.  Olie is dus overal nodig. En een land met olie in de grond kan die olie dan ook aan heel veel andere landen verkopen. 

Als een land een gunstig klimaat heeft, groeien er allerlei gewassen.
Ook die kunnen worden verkocht aan andere landen. In Nieuw-Zeeland groeien bijvoorbeeld kiwi's. En in Spanje sinaasappels. Die worden gekweekt voor de export. 

In een land dat iets heeft om te verkopen, hebben de mensen het meestal wel goed.

Arme landen verkopen vaak (goedkope) grondstoffen zoals olie, landbouwproducten, erts enzovoorts. In rijke landen worden er dan producten van gemaakt die weer duur verkocht worden aan onder andere arme landen. Bijvoorbeeld van ijzererts wordt een auto gemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. verschillen tussen meer en minder welvarende wijken
    en voorstellen voor verbetering van de woon- en leefomstandigheden in de eigen regio beschrijven.
  2. regionale verschillen in welvaart in Nederland
    beschrijven en verklaren.
  3. regionale verschillen in welvaart in de Verenigde Staten beschrijven en verklaren
  4. regionale verschillen in welvaart in Nigeria beschrijven en verklaren en de situatie in tussen de Verenigde Staten en Nigeria vergelijken. ALLEEN Kader

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Arm en rijk
In een globaliserende wereld blijft weinig bij het oude maar het lijkt wel alsof een ongelijke verdeling van welvaart en welzijn ‘van alle tijden’ is. Een te grote sociale – en regionale ongelijkheid blijft voor veel mensen een doorn in het oog. Niet zelden leiden deze verschillen ook tot politieke onrust. Redenen genoeg om op school in te gaan in het waar, het hoe en het waarom van dit soort verschillen. Onze insteek is aardrijkskundig dus kijken we vooral naar hoe verschillen in ‘Arm en rijk’ ruimtelijk uitwerken en in dat kader worden gebieden dan ook met elkaar vergeleken. We zoomen hierbij regelmatig in en uit. Van de verschillen tussen meer en minder welvarende wijken in hun eigen omgeving tot regionale verschillen in welvaart en welzijn in Nederland. Van regionale ongelijkheid binnen Nederland op haar beurt weer naar regionale ongelijkheid binnen Europa. Om tenslotte te eindigen met het beschrijven, verklaren en vergelijken van arm en rijk in de Verenigde Staten van Amerika en Nigeria.

Slide 13 - Tekstslide

Klassengesprek hoofdstukopening

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

H1 Video - Arm en rijk

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Wat maken:
Hoofdstukopening opdracht 
1 t/m 7
Hoe maken:
Maak de opdrachten digitaal in de methode site.
Elke opdracht kijk je meteen na. Wees kritisch op je eigen antwoorden. Ik kijk mee en controleer je antwoorden.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken:
Opdracht 1 t/m 7 van de hoofdstukopening
Leren:
Leer begrippen §1.1
login in LessonUp met klascode BNKQN

Slide 20 - Tekstslide