present perfect versus past simple

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

I lived in Stein
I have lived in Stein
Present Perfect
Past Simple

Slide 4 - Sleepvraag

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 5 - Tekstslide

I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect

Slide 6 - Quizvraag


My cat died last week.
A
present perfect
B
past simple

Slide 7 - Quizvraag

Somebody painted a picture on the wall.
A
past simple
B
present perfect

Slide 8 - Quizvraag

I built a helicopter
A
past simple
B
present perfect

Slide 9 - Quizvraag

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
past simple
B
present perfect

Slide 10 - Quizvraag

I've lost my passport
A
present perfect
B
past simple

Slide 11 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (read) a book.
A
I read
B
I have read

Slide 12 - Quizvraag

We .......... that song yesterday.
A
have sung
B
sang
C
has sung
D
singed

Slide 13 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be) naughty all day.
A
was
B
has been
C
is
D
have been

Slide 14 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 15 - Quizvraag

We ........ 5 hours yesterday.
A
worked
B
have worked
C
has worked
D
work

Slide 16 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 17 - Quizvraag

This quiz has ended.
A
past simple
B
present perfect

Slide 18 - Quizvraag