Het meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Het meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp?
Deze formule heb ik de leerlingen al wel duizend keer uitgelegd.
A
Deze formule
B
ik
C
de leerlingen
D
geen MV

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De directeur gaf haar een mooi cadeau.
A
gaf
B
haar
C
gaf een mooi cadeau
D
geen MV

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Pas de volgende ochtend werden ze wakker.
A
Pas de volgende ochtend
B
werden wakker
C
ze
D
geen MV

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn vriendin heb ik een mooie huwelijksreis beloofd.
A
Mijn vriendin
B
een mooie huwelijksreis
C
ik
D
geen MV

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De leerkracht wiskunde moet ons nog extra oefeningen bezorgen.
A
De leerkracht wiskunde
B
nog extra oefeningen
C
ons
D
geen meewerkend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn grootvader heeft zijn kleinkinderen niets nagelaten.
A
Mijn grootvader
B
zijn kleinkinderen
C
niets nagelaten
D
geen MV

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik wil niet meedoen aan de uitbuiting van kansarmen.
A
Ik
B
kansarmen
C
aan de uitbuiting van kansarmen
D
geen MV

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De jongen is door de directeur een baantje aangeboden.
A
De jongen
B
de directeur
C
een baantje
D
geen MV

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
De ober heeft mij een glas bier ingeschonken.
A
De ober
B
mij
C
een glas bier
D
geen MV

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het MV?
Als ik de openingsuren weet, bel ik ze je nog door.
A
ik
B
je
C
ze
D
geen MV

Slide 11 - Quizvraag