donderdag 27 mei Lees mee 6

een baan = werk waar je geld mee verdient
het klusje = klein werkje
het karweitje
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 61 min

Onderdelen in deze les

een baan = werk waar je geld mee verdient
het klusje = klein werkje
het karweitje

Slide 1 - Tekstslide

verfrissend = lekker koel
de grasmaaier

Slide 2 - Tekstslide

de spons
de trekker

Slide 3 - Tekstslide

de lap
het boodschappenlijstje

Slide 4 - Tekstslide

het onkruid wieden
het onkruid weghalen
het tuingereeedschap

Slide 5 - Tekstslide

de hond uitlaten
een advertentie

Slide 6 - Tekstslide

het zakgeld
de zakcentjes
de journalist

Slide 7 - Tekstslide

de automonteur
de badmeester

Slide 8 - Tekstslide

de secretaresse
de stewardess

Slide 9 - Tekstslide


A
de spons
B
de emmer
C
de lap
D
de trekker

Slide 10 - Quizvraag


A
de tuinrommel
B
het tuingereedschap
C
de tuinartikelen
D
de tuinzaken

Slide 11 - Quizvraag


Slide 12 - Open vraag

Wat betekent:
de baan
A
het werk dat je gratis doet
B
het werk wat je op school doet
C
het werk wat je moet leren
D
het werk dat je doet voor geld

Slide 13 - Quizvraag

Wie maakt de keuzes over wat er in de krant komt te staan?

A
Journalisten
B
Redactie
C
Correspondent
D
Fotograaf

Slide 14 - Quizvraag


A
de timmerman
B
de automonteur
C
de garage
D
de ingenieur

Slide 15 - Quizvraag

Wat doen zij?

Slide 16 - Open vraag

Eeen ander woord voor "het klusje"

Slide 17 - Open vraag

Wie dragen er allemaal een uniform?
A
piloten, soldaten, leraren, stewardessen
B
soldaten, agenten stewardessen, piloten,
C
soldaten, brandweer, agenten, verkopers
D
agenten, piloten, stewardessen, kippen

Slide 18 - Quizvraag


A
de tuinmaaier
B
de grasknipper
C
de grasmaaier
D
de tuintrekker

Slide 19 - Quizvraag

Lasagne

Taco

Tapas

Shoarma

Haring





Slide 20 - Tekstslide

Sushi

Foe Jong Hai

Nasi Goreng

Kaasfondue

Ontbijt met bonen, worstjes en ei

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

anders dan andere werkwoorden 
geen t extra bij hij/zij/jij
ik moet                       ik mag                           ik zal                 ik wil 
hij/jij/zij moet          jij/zij/hij mag             jij/hij/zij zal     hij/zij/jij wil
wij moeten              wij mogen                   wij zullen          wij willen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Maak een goede zin:
willen kopen

Slide 25 - Open vraag

maak een goede zin:

het meisje mogen










maak een goede zin:
morgen ?
het meisje kopen Zal een nieuwe jas morgen


Slide 26 - Open vraag

maak een zin met
kunnen studeren

Slide 27 - Open vraag