Herhaling H6 kader

Hoofdstuk 6: Verschillende verbanden

Herhaling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Verschillende verbanden

Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende verbanden
- Lineair verband 
-Periodiek verband 
-Kwadratisch verband
-Wortelverband
-Machtsverband

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel seconden duurt 1 periode?
A
30
B
90
C
120
D
60

Slide 5 - Quizvraag


Welke formule heeft een kwadratisch verband?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Waarom hoort deze tabel bij een kwadratische verband?
A
de top is T(0,-3)
B
het is een dalparabool
C
het verschil in de toenamen is gelijk
D
het is een bergparabool

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor verband is dit?
A
Machtsverband
B
Exponentieel verband
C
Lineair verband
D
Kwadratisch verband

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor verband is dit?
A
Machtsverband
B
Exponentieel verband
C
Lineair verband
D
Kwadratisch verband

Slide 9 - Quizvraag

Om welk verband gaat het hier?

y=2x23x
A
Wortelverband
B
Kwadratisch verband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort verband is dit?
H=12t10
A
Machtsverband
B
Wortelverband
C
Kwadratisch verband
D
Periodiek verband

Slide 11 - Quizvraag

Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortel verband
Periodiek verband

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de periode van deze grafiek?
A
8 seconden
B
10 seconden
C
12 seconden
D
14 seconden

Slide 13 - Quizvraag

bereken de frequentie per minuut.
A
10
B
12
C
15
D
24

Slide 14 - Quizvraag

Kwadratische verbanden.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet de grafiek van een kwadratisch verband

Slide 16 - Open vraag

Verbind de formule met de juiste parabool.
y= -2x2
y = 3x+ 5

Slide 17 - Sleepvraag

Hoeveel boete betaal als je binnen de bebouwde kom 65 km/h met een auto rijdt?
(hoe hard mag je binnen de bebouwde kom?)
A
39,95
B
106,45
C
140,16
D
1968,20

Slide 18 - Quizvraag