les 1.5_faseovergang

Leerdoel
Aan het eind van deze les :
1- Wat je nog moet leren
2-Wat een fase en faseovergang is 
3- Hoe je temperatuur kunt omrekenen van Celcius naar Kelvin
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het eind van deze les :
1- Wat je nog moet leren
2-Wat een fase en faseovergang is 
3- Hoe je temperatuur kunt omrekenen van Celcius naar Kelvin

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken



Par.1.4 opdracht 28 t/m 33


Slide 2 - Tekstslide

Doen
  • Terug kijken
  • Nakijken (vragen 1.4) 
  • Nieuwe stof 1.5-1 uitleg
  • Verder werken aan opdrachten 33 t/m 40

  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Terugkijken vorige les
Herhalen theorie
par. 1.2 t/m 1.4:

1- stofeigenschappen,   
   - stofconstanten 

2- Moleculen en atomen






Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Applet moleculen maken

Slide 7 - Tekstslide

Moleculen



Een molecuul bestaat uit 1 óf meerdere atomen

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid berekenen



Slide 9 - Tekstslide

Fase driehoek

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Fase_veranderingen

Slide 12 - Tekstslide

Temperatuur: Celcius en Kelvin

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

De vaste toestand wordt aangegeven met de volgende letter
A
(g)
B
(v)
C
(l)
D
(s)

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel graden Celcius is 273 Kelvin
A
0
B
100
C
50
D
-100

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celcius
A
0
B
373
C
173
D
273

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel Kelvin is 50 graden Celcius?
A
223
B
-223
C
323
D
423

Slide 19 - Quizvraag

welk van de volgende stoffen is een zuivere stof?
A
bronwater
B
melk
C
suiker
D
kraanwater

Slide 20 - Quizvraag

Het smeltpunt van kaarsvet is 57 graden Celsius.
Bij welke temperatuur stolt kaarsvet?
A
meer dan 57 graden
B
57 graden
C
minder dan 57 graden
D
dat kan je zo niet weten

Slide 21 - Quizvraag

Wat is GEEN materiaaleigenschap?
A
Dichtheid
B
Massa
C
Elasticiteit
D
Geleidbaarheid

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk

Slide 23 - Quizvraag

Waaruit zijn stoffen opgebouwd?
A
Moleculen
B
Atomen
C
Splinters
D
Deeltjes

Slide 24 - Quizvraag

Melk is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel graden Celcius is 0 Kelvin
A
273
B
173
C
-273
D
100

Slide 26 - Quizvraag

Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 27 - Quizvraag

Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het doen van practica?
A
Labjas aan en bril op
B
Labjas aan, bril op en haren vast
C
Labjas aan, bril op, haren vast en niet eten
D
Labjas aan, bril op, haren vast, niet eten, niet onnodig lopen

Slide 28 - Quizvraag

De fase-overgang vast > gas
A
Rijpen
B
Sublimeren
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 29 - Quizvraag

De fase-overgang vloeistof > gas heet:
A
Rijpen
B
Verdampen
C
Stollen
D
Sublimeren

Slide 30 - Quizvraag

hoeveel atoomsoorten zijn er ongeveer?
A
iets meer dan 110
B
miljoenen
C
100
D
twee duizend

Slide 31 - Quizvraag

In een vloeistof hebben de moleculen:
A
geen vaste plek
B
elk hun eigen plek
C
door aantrekking een eigen plek
D
héél veel ruimte

Slide 32 - Quizvraag

Welke afkorting gebruiken we voor 'vloeibaar'?
A
(s)
B
(l)
C
(g)
D
(aq)

Slide 33 - Quizvraag

Leerdoel bereikt?
Leer de theorie die je moeilijk vind!
1- Wat zijn de 3 fasen en de fasenovergangen 
2-Welke temperatuur-
schalen zijn er en kun je ze omrekenen?

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Lezen 1.5 tot Van der Waalskrachten blz. 24
Maken opdracht 33 t/m 40 

Leren 1.2 , 1.3 en 1.4

Slide 35 - Tekstslide