Le subjonctif (5TSO)

Le subjonctif 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Le subjonctif 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avant de commencer ... 
Quelques questions 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Quel est / quels sont le(s) sujet(s) du quatrième recueil?
Envoyez des mots à la carte mentale. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recueil 4

Slide 4 - Woordweb

Leerlingen zullen hoofdzakelijk antwoorden geven als :

- la musique 
- la chanson
- les sentiments -> moet er zeker in staan, voor start van woordenweb dus al eens benoemen. 
Les sentiments 
Tu en connais quelques-uns ?  
Quels sentiments connais-tu? 

-> Envoie quelques sentiments à l'écran. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les sentiments

Slide 6 - Woordweb

Je vois pas mal de sentiments. Pour parler des sentiments en français, on utilise - dans les phrases composées (woord moeten ze kennen van voorgaande oefeningen)- , un SUBJONCTIF. 
Avez-vous déjà entendu du mode "le subjonctif"?
oui
non

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Le subjonctif   = un mode 
                             
                               = pour exprimer un souhait, un sentiment , une                                       volonté, ... 
                           
                               = après quelques conjonctions (voegwoorden)

Slide 8 - Tekstslide

Vous avez déjà donné pas mal de sentiments, mais est-ce que vous connaissez aussi des conjonctions? La semaine passée / le cours passé vous en avez appris quelques-unes (cfr. phrases composées-> recueil 4, p. 6-7)
Les conjonctions 
Envoyez des conjonctions à la carte mentale. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les conjonctions

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Les conjonctions avec subjonctif

- en attendant que = in afwachting van 
- à condition que = op voorwaarde dat
- avant que = voordat

Slide 11 - Tekstslide

La liste est bcp plus longue, mais en ce moment il ne faut que connaître ces 3 conjonctions. Les autres conjonctions dans le recueil sont utilisées avec un indicatif. 
Prenez la page 9 dans le recueil. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Quel est l'infinitif du verbe montré au slide suivant?  
L'infinitif = la forme sur -ER, -IR, -RE, ...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Que je fasse ...

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que nous soyons ...

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Qu'il parte ...

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que nous finissions ...

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que nous soyons ...

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que tu parles ...

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Que ils aient ...

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Reprenez le recueil à la page 12 et répondez aux questions suivantes.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angèle ________ (is droevig dat), son frère ne soit pas à temps pour son concert.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dalida ___________ (betreurt dat), elle ne puisse pas mourir sur scène.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soprano _________ (is tevreden dat), sa chanson soit dans le top 10 mondial.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jacques Brel ______ (vindt het jammer dat),les fans n’aient pas chanté sa chanson préférée.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Johnny Hallyday _____ (is boos dat), ses fans ne soient pas restés.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Continuez dans le recueil à la page 12.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Encore des questions?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A: ...

N: ... 

Slide 29 - Tekstslide

May the force be with you 
Moge de kracht bij je zijn = conj.
-> nu: ik wens je toe / ik hoop dat de kracht bij je zal zijn 
-> vroeger 'moge' 
-> nu nog enkele vaste uitdrukkingen / gebruiken zoals bv om wens uit te drukken. 
-> idem Engels 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies