2021_week47_1mh_Getallen en familie

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

die Tafel

die Dozentin

die Tür

Du hast 3 min für:

Je hebt 3 min om: 

• te gaan zitten
• jas uit
• oortjes uit
• mobiel in je tas
• laptop gesloten op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Schrijf de Duitse vertaling van de persoonlijke voornaamwoorden + de uitgang

• ik
• jij
• hij/zij/het

• wij 
• jullie
• zij
• u

Besprechen

• ik
• jij
• hij/zij/het

• wij 
• jullie
• zij
• u

• + e
• +st
• +t

• +en
• +t
• +en
• +en

Was machen wir heute?

• Wörter schreiben
• De getallen



• Selbständig arbeiten
• Video Familiedie Süßigkeit
  
• Abschluss

Am Ende der Stunde........

kan je door het maken van de opdrachten zeggen hoe je heet en hoe oud je bent.

Wörter üben (schrijf de woorden op en vervolgens de vertaling erachter)

• de broer
• de grootvader
• de tante
• de oom
• de grootmoeder
• de zus
• de moeder
• de vader
• anrufen
• heute
• brauchen
• die Freundschaft

Wörter abfragen

• de broer
• de grootvader
• de tante
• de oom
• de grootmoeder
• de zus
• de moeder
• de vader
• anrufen
• heute
• brauchen
• die Freundschaft

• der Bruder
• der Großvater
• die Tante
• der Onkel
• die Großmutter
• die Schwester
• die Mutter
• der Vater
• opbellen
• vandaag
• nodig hebben
• de vriendschap

An der Arbeit

• Maken in het boek: opdracht 13 bladzijde 20

opdracht 1, 2, 3 op bladzijde 22.

• Hulp: 

opdracht 1: schema op bladzijde 13

opdracht 2: getallen op bladzijde 20

opdracht 3: woordjes op bladzijde 43

• zelfstandig
• de eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna mag je vragen stellen en fluisteren
• Klaar: Bekijk alvast het beeldwoordenboek op bladzijde 23 en probeer opdracht 4 te maken.

We maken samen opdracht 4

Was hast du gelernt?

Hausaufgaben

(Af)Maken: 

Opdracht 4 op bladzijde 23 (zet de juiste persoon van het Bildwörterbuch in het hokje).

Lees de tekst op bladzijde 24 en maak opdracht 7

Leren: woordjes Lektion 3 + 4

op bladzijde 43/44

Abschluss

Niet inpakken - luisteren

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan sluit ik de les af!
• dan: klaar :)