Quiz 5
1 / 38
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke sport zie je hier?
A
Roetsjen
B
Bobsleeën
C
Curling
D
Zwemmen
Slide 3 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Trefbal
B
Volleybal
C
Handbal
D
Voetbal
Slide 4 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Polo
B
Football
C
Cricket
D
Hockey
Slide 5 - Quizvraag
Welke sport is dit
A
Korfbal
B
Volleybal
C
Basketbal
D
Trefbal
Slide 6 - Quizvraag
Welke sport
doen ze hier?
doen ze hier?
A
Kung Fu
B
Tai Chi
C
Zuidelijke bidsprinkhaanstijl
D
Sumo worstelen
Slide 7 - Quizvraag
Bij welke sport hoort dit?
A
Volleybal
B
Korfbal
C
Voetvolleybal
D
Handbal
Slide 8 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Hockey
B
Badminton
C
Tennis
D
Korfbal
Slide 9 - Quizvraag
Welke sport wordt hier gespeeld?
A
Lacrosse
B
Honkbal
C
Hurling
D
Cricket
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke sport hoort dit?
A
Honkbal
B
Softbal
C
sofballie
D
Slagbal
Slide 11 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Hockey
B
Floorball
C
Sjoelen
D
IJshockey
Slide 12 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Badminton
B
Sjoelen
C
Golfen
D
Curling
Slide 13 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Tennis
B
Badminton
C
Squash
D
Paddle
Slide 14 - Quizvraag
Welke sport is dit?
A
Skiën
B
Schaatsen
C
Wandelen
D
Snowboarden
Slide 15 - Quizvraag
Welke sport wordt hier beoefend?
A
Kogelstoten
B
Discuswerpen
C
Basketbal
D
Speerwerpen
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
Slide 18 - Quizvraag
Omtrek =
A
l x b
B
lengte x breedte
C
l + b + l + b
D
lengte + breedte + lengte + breedte
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de
omtrek?
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de omtrek?
A
60m
B
59m
C
72m
D
62m
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de omtrek?
A
14 cm
B
28 cm
C
400 cm
D
40 cm
Slide 22 - Quizvraag
Wat is
de omtrek?
de omtrek?
A
25
B
10
C
40
D
20
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Hoe heet dit liedje?
A
In my way
B
Call me maybe
C
Crazy
D
Here is my number
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Video
Hoe heet dit liedje?
A
Hoetai
B
Outaipapa
C
Papaoutai
D
Hoempapapa
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Video
Hoe heet deze artiest?
A
Eminem
B
2Pac
C
Dr. Dre
D
NAS
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Video
Waardoor werd Maan bekend?
A
Modellen werk
B
The voice of Holland te winnen
C
Xfactor te winnen
D
Met Snelle te zingen
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Video
Wat betekent Levitating?
A
Zwevend
B
Chillen
C
Draaiend
D
Dansen
Slide 35 - Quizvraag
0
Slide 36 - Video
Hoe heet dit liedje?
A
Toeter op m'n scooter
B
Ik heb een waterscooter
C
Toet Toet
D
Toeter op m'n waterscooter
