NU Ned 1F 2F Deel B Spreken en Gesprekken H3 3.1 Sociaal-communicatieve vaardigheden

sociaal-communicatieve vaardigheden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

sociaal-communicatieve vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Gesprekken

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf
3.1  Sociaal-communicatieve vaardigheden

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
sociaal-communicatieve vaardigheden aanleren en toepassen in gesprekken met anderen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je gebruikt sociaal-communicatieve vaardigheden in gesprekken met anderen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal-communicatieve vaardigheden 
Dit zijn communicatieve vaardigheden (ook wel sociale vaardigheden genoemd) die we gebruiken om te communiceren en interactie aan te gaan met anderen. Dit gaat verder dan verbaal zijn (taal gebruiken). Het heeft ook te maken met non-verbale communicatie, lichaamstaal en persoonlijke uitstraling.

Slide 7 - Tekstslide

Sociaal-communicatieve vaardigheden zijn belangrijk, als je met verschillende mensen te maken hebt, zoals klanten, cliënten, patiënten, bezoekers, leidinggevenden of collega’s. Ook als je iemand niet zo aardig vindt, kun je - door een positieve en vriendelijke manier van doen – het beste resultaat bereiken en het contact goed houden. 

Slide 8 - Tekstslide

goede Sociaal-communicatieve vaardigheden zijn:
- Begroeten: hand geven, oogcontact maken en mondeling groeten
- Rekening houden met de mening of gevoelens van een ander
- Je taalgebruik aanpassen aan je gesprekspartner
o Persoonlijk gesprek: gebruik informele taal; die je in jouw dagelijks leven ook gebruikt
o Zakelijk gesprek: gebruik formele taal; groet formeel (dag, tot ziens), stel beleefde vragen, gebruik de u-vorm. Ook leidinggevende mag je met u aanspreken.

Slide 9 - Tekstslide

Leren voor het instellingsexamen
- Je gebruikt sociaal-communicatieve vaardigheden in gesprekken met anderen

Slide 10 - Tekstslide