BO 4M T3 Mens en Milieu Proeftoets

Thematoets Mens en Milieu KGT
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thematoets Mens en Milieu KGT

Slide 1 - Tekstslide

Bij het composteren van afval kan elektriciteit worden opgewekt.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Planten leveren voedsel, zuurstof en grondstoffen.

A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een van de gevolgen van de milieuproblemen is een andere manier van leven

A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een voordeel van kernenergie is dat er geen koolstofdioxide vrijkomt.


A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.

A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hieronder staan twee uitspraken over de gevolgen van de bevolkingstoename en de andere manier van leven.
1 Door de bevolkingstoename is er minder ruimte voor dieren.
2 Door de veranderde manier van leven komen er meer afvalstoffen vrij.
Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn juist?

A
alleen uitspraak 1
B
alleen uitspraak 2
C
beiden uitspraken

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer spreek je van klimaatverandering?
A
als de gemiddelde temperatuur in een land in een jaar minimaal 2 graden verschilt met het jaar ervoor
B
als de gemiddelde temperatuur in een land in een jaar minimaal 4 graden verschilt met het jaar ervoor
C
als het weertype in een land gedurende een periode van meerdere jaren verandert
D
als het weertype in een land gedurende een periode van een jaar verandert

Slide 8 - Quizvraag

Biomassa is een duurzame energiebron.


A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

. Ethanol is een biobrandstof. Euro 95 is gewone benzine. Euro 95 en diesel worden gemaakt uit aardolie.
Welke van deze brandstoffen zorgen voor opwarming van de aarde?

A
diesel en ethanol
B
diesel en euro 95
C
ethanol en euro 95

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste oorzaak van het versterkte broeikaseffect?
A
de afname van de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht
B
de toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste broeikasgassen?
A
waterdamp en koolstofdioxide
B
waterdamp en koolstof monoxide
C
lachgas en waterdamp
D
koolstofdioxide en lachgas

Slide 12 - Quizvraag

Gft-afval is een voorbeeld van niet-biologisch afbreekbaar afval.

A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quizvraag

Papier is biologisch afbreekbaar.

A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quizvraag

In het Amsterdamse bos heeft zich een kolonie halsbandparkieten gevestigd. Deze parkieten komen uit Azië.
De vestiging van deze parkieten is een voorbeeld van herintroductie.

A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Om elektriciteit op te wekken, wordt onder andere gebruikgemaakt van biomassa, kernenergie, steenkool en waterkracht. Waardoor neemt de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht toe?
A
door gebruik van biomassa
B
door gebruik van kernenergie
C
door gebruik van steenkool
D
door gebruik van waterkracht

Slide 16 - Quizvraag

Welk effect hebben broeikasgassen in de atmosfeer?

A
Broeikasgassen houden een deel van de warmte-uitstraling van de aarde tegen
B
broeikasgassen tasten de ozonlaag aan
C
door de broeikasgassen bereikt een groter deel van de zonnestraling de aarde

Slide 17 - Quizvraag

Welk van de volgende afvalmaterialen is biologisch afbreekbaar?


A
nylon
B
piepschuim
C
plastic
D
wol

Slide 18 - Quizvraag

Dat woestijnen groter worden, is een oorzaak van de klimaatverandering.

A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Bestaat een gemengd bedrijf alleen uit akkerbouw?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Is veeteelt een soort akkerbouw?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van landbouw zie je in de afbeelding?
A
akkerbouw
B
glastuinbouw
C
veeteelt

Slide 22 - Quizvraag

In de afbeelding zie je felle lampen van een kas.
Welk groot voordeel hebben deze lampen?
A
door de lampen groeien de planten beter
B
door deze lampen is er minder bestrijdingsmiddel nodig
C
door deze lampen kunnen mensen ook ś nachts in de kas werken

Slide 23 - Quizvraag

In 1988 is voor het laatst een otter gezien in Nederland. Otters stierven vooral door het vieze water waar ze in leefden. In 2002 zijn er nieuwe otters uitgezet. Deze otters zijn blijven leven en hebben zich voortgeplant.
Wat was de oorzaak van het verdwijnen van de otter uit Nederland?

A
bevolkingstoename
B
opraken van grondstoffen
C
milieuvervuiling

Slide 24 - Quizvraag

Hieronder staan twee uitspraken over de gevolgen van de bevolkingstoename en de andere manier van leven.
1 Door de bevolkingstoename is er minder ruimte voor dieren.
2 Door de veranderde manier van leven komen er meer afvalstoffen vrij.
Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn juist?

A
alleen uitspraak 1
B
alleen uitspraak 2
C
beide uitspraken

Slide 25 - Quizvraag

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan gassen. Een van deze gassen wordt door bomen gebruikt om te groeien. Welk gas is dit?

Slide 26 - Open vraag

De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.
Noem nog drie andere manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.

Slide 27 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met fossiele brandstoffen?

Slide 28 - Open vraag

Waarom noemen we windenergie en zonne-energie "duurzame energie"?

Slide 29 - Open vraag

Hoe noemen we de luchtlaag rond de aarde?

Slide 30 - Open vraag