Gaswisseling les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Gaswisseling

Bespreken opdracht A en start maken opdracht B

Uitleg gaswisseling

leerdoelen: - beschrijven gaswisseling

            - ademhalingstypen

0

Luchtwegen

Mond-/Neusholte

Keelholte

Luchtpijp

Bronchiën

Bronchiolen

Longblaasjes

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats met de longhaarvaten

Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Ademhalingsstelsel

• Functie: uitwisseling van gassen →  zuurstof O² en kooldioxide CO²
• Bovenste luchtwegen: neusholte,
  mondholte, keelholte en strottenhoofd
• Onderste luchtwegen: luchtpijp,
  luchtpijpvertakkingen en longblaasjes.

Typen ademhalen

Borstademhaling (ribademhaling): 

Je ribben bewegen omhoog en omlaag.

Buikademhaling (middenrifademhaling):

Je middenrif beweegt omhoog en omlaag.

Borst- en buikademhaling

Borstademhaling:

Inademen:

- tussenrib spieren spannen aan

- borst en ribben omhoog

- longen worden groter

Uitademen:

- tussenribspieren ontspannen

- borst en ribben omlaag

- longen worden kleiner

Buikademhaling:

Inademen:

-middenrif spieren spannen aan 

- middenrif omlaag

- longen worden groter

Uitademen:

- middenrif spieren ontspannen

- middenrif omhoog

- longen worden kleiner

Ademhaling

• Volwassene rust: 15 – 20 x per minuut
  
• Inademen: actief proces → volume borstholte wordt vergroot, ademhalingsspieren worden aangespannen
  
• Uitademen:
  passief proces ->
  ontspanning

Samenstelling van de in- en uitademing

• Inademing hoeveel procent O2?
• 21% zuurstof
• Uitademing hoeveel procent 02?
• 17%
• DUS 4 % heeft je lichaam nodig

Longblaasjes

Gaswisseling:

• Opname van zuurstof O² en
  afgifte van kooldioxide CO².

Wat doen de longblaasjes:

Zorgen voor de gaswisseling

Wat is gaswisseling?

Gaswisseling in de longen

Zoek op wat is diffusie?

En wat is een dode ruimte?

Diffusie

Dode ruimte

Dat gedeelte van de luchtwegen waar geen gaswisseling in plaatsvindt.

= bovenste gedeelte

(mond/neus, keel, luchtpijp, bronchiën)

Middenrif

Het middenrif is een gespierd vlies.

Je voelt het middenrif als je de hik krijgt, dan trekt de spier zich krachtig en onwillekeurig samen

Onder het middenrif = buikholte
Boven middenrif= borstholte

Gaswisseling

Bespreken opdracht A en start maken opdracht B

Uitleg gaswisseling

leerdoelen: - beschrijven gaswisseling

            - ademhalingstypen

0

Luchtwegen

Mond-/Neusholte

Keelholte

Luchtpijp

Bronchiën

Bronchiolen

Longblaasjes

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats met de longhaarvaten

Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Ademhalingsstelsel

• Functie: uitwisseling van gassen →  zuurstof O² en kooldioxide CO²
• Bovenste luchtwegen: neusholte,
  mondholte, keelholte en strottenhoofd
• Onderste luchtwegen: luchtpijp,
  luchtpijpvertakkingen en longblaasjes.

Typen ademhalen

Borstademhaling (ribademhaling): 

Je ribben bewegen omhoog en omlaag.

Buikademhaling (middenrifademhaling):

Je middenrif beweegt omhoog en omlaag.

Borst- en buikademhaling

Borstademhaling:

Inademen:

- tussenrib spieren spannen aan

- borst en ribben omhoog

- longen worden groter

Uitademen:

- tussenribspieren ontspannen

- borst en ribben omlaag

- longen worden kleiner

Buikademhaling:

Inademen:

-middenrif spieren spannen aan 

- middenrif omlaag

- longen worden groter

Uitademen:

- middenrif spieren ontspannen

- middenrif omhoog

- longen worden kleiner

Ademhaling

• Volwassene rust: 15 – 20 x per minuut
  
• Inademen: actief proces → volume borstholte wordt vergroot, ademhalingsspieren worden aangespannen
  
• Uitademen:
  passief proces ->
  ontspanning

Samenstelling van de in- en uitademing

• Inademing hoeveel procent O2?
• 21% zuurstof
• Uitademing hoeveel procent 02?
• 17%
• DUS 4 % heeft je lichaam nodig

Longblaasjes

Gaswisseling:

• Opname van zuurstof O² en
  afgifte van kooldioxide CO².

Wat doen de longblaasjes:

Zorgen voor de gaswisseling

Wat is gaswisseling?

Gaswisseling in de longen

Zoek op wat is diffusie?

En wat is een dode ruimte?

Diffusie

Dode ruimte

Dat gedeelte van de luchtwegen waar geen gaswisseling in plaatsvindt.

= bovenste gedeelte

(mond/neus, keel, luchtpijp, bronchiën)

Middenrif

Het middenrif is een gespierd vlies.

Je voelt het middenrif als je de hik krijgt, dan trekt de spier zich krachtig en onwillekeurig samen

Onder het middenrif = buikholte
Boven middenrif= borstholte