Micro-organismen en antibiotica: De strijd tegen infecties

Micro-organismen en antibiotica: De strijd tegen infecties
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Micro-organismen en antibiotica: De strijd tegen infecties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Diverse soorten micro-organismen kunnen benoemen.
- De bijzonderheden van micro-organismen en hun behandeling kunnen uitleggen.
- De groepen antibiotica en hun bijzonderheden kennen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit dat deze aan het einde van de les bereikt moeten worden.
Wat weet jij al over micro-organismen en antibiotica?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn micro-organismen?
Micro-organismen zijn kleine organismen die niet met het blote oog te zien zijn. Dit zijn onder andere bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over micro-organismen en benoem de verschillende soorten.
Bijzonderheden van micro-organismen
Micro-organismen kunnen infecties veroorzaken. De manier waarop ze zich verspreiden, de symptomen die ze veroorzaken en de behandeling ervan kunnen verschillen per micro-organisme.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de bijzonderheden van micro-organismen zijn en benoem enkele voorbeelden.
Behandeling van infecties
Infecties kunnen behandeld worden met medicijnen, waaronder antibiotica. Het is belangrijk om het juiste medicijn voor de juiste infectie te gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf hoe infecties behandeld kunnen worden en introduceer antibiotica.
Wat zijn antibiotica?
Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of de groei ervan remmen. Er zijn verschillende soorten antibiotica met verschillende werkingen.

Slide 7 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over antibiotica en benoem dat deze alleen werken tegen bacteriën.
Bijzonderheden van antibiotica
Antibiotica moeten op de juiste manier worden gebruikt om resistentie te voorkomen. Daarnaast kunnen antibiotica bijwerkingen hebben en zijn sommige antibiotica niet geschikt voor bepaalde groepen mensen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om antibiotica op de juiste manier te gebruiken en benoem enkele bijwerkingen en contra-indicaties.
Groepen antibiotica
Antibiotica kunnen worden ingedeeld in verschillende groepen op basis van hun werking en chemische structuur. Enkele voorbeelden zijn penicillines, tetracyclines en macroliden.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf enkele groepen antibiotica en hun werking.
Samenvatting
- Micro-organismen kunnen verschillende soorten infecties veroorzaken.
- Antibiotica zijn medicijnen die alleen werken tegen bacteriën.
- Antibiotica moeten op de juiste manier worden gebruikt om resistentie te voorkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les en vraag of er nog vragen zijn.
Waarom is het belangrijk om antibiotica op de juiste manier te gebruiken?
A
Om de werking van andere medicijnen te verbeteren.
B
Om de bijwerkingen te minimaliseren.
C
Om de groei van bacteriën te stimuleren.
D
Om resistentie te voorkomen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn antibiotica?
A
Medicijnen die bacteriën doden of de groei ervan remmen.
B
Medicijnen die schimmels doden of de groei ervan remmen.
C
Medicijnen die parasieten doden of de groei ervan remmen.
D
Medicijnen die virussen doden of de groei ervan remmen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn micro-organismen?
A
Kleine organismen die geen infecties kunnen veroorzaken.
B
Grote organismen die geen infecties kunnen veroorzaken.
C
Grote organismen die infecties kunnen veroorzaken.
D
Kleine organismen die infecties kunnen veroorzaken.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.