De Voedingsdriehoek: Het samenstellen van een gebalanceerd dieet

De Voedingsdriehoek: Het samenstellen van een gebalanceerd dieet
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Voedingsdriehoek: Het samenstellen van een gebalanceerd dieet

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les zul je begrijpen wat de voedingsdriehoek is en hoe je deze kunt gebruiken om een gezond dieet samen te stellen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en bespreek kort met de studenten wat ze vandaag zullen leren.
Wat weet jij al over de voedingsdriehoek?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de voedingsdriehoek?
De voedingsdriehoek is een grafische weergave van een gezond dieet. Het toont welke voedingsmiddelen we regelmatig moeten eten en in welke hoeveelheden.

Slide 4 - Tekstslide

Introduceer wat de voedingsdriehoek is en leg kort uit waarom het belangrijk is om een gebalanceerd dieet te hebben.
De drie niveaus van de voedingsdriehoek
De voedingsdriehoek bestaat uit drie niveaus: de basislaag, de middelste laag en de top. Elk niveau vertegenwoordigt een groep voedingsmiddelen die we regelmatig moeten eten.

Slide 5 - Tekstslide

Leg de drie niveaus van de voedingsdriehoek uit en benadruk dat het belangrijk is om voeding uit elk niveau te eten.
De basislaag
De basislaag van de voedingsdriehoek bestaat uit graanproducten, zoals brood, pasta en rijst. Deze voedingsmiddelen zijn rijk aan koolhydraten en vezels.

Slide 6 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van graanproducten en bespreek met de studenten waarom het belangrijk is om deze voedingsmiddelen te eten.
De middelste laag
De middelste laag van de voedingsdriehoek bestaat uit groenten en fruit. Deze voedingsmiddelen bevatten veel vitamines, mineralen en vezels.

Slide 7 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van groenten en fruit en benadruk dat het belangrijk is om gevarieerd te eten binnen deze laag.
De top van de voedingsdriehoek
De top van de voedingsdriehoek bestaat uit voedingsmiddelen die we in kleine hoeveelheden moeten eten, zoals vlees, vis, eieren en noten. Deze voedingsmiddelen zijn rijk aan eiwitten, ijzer en andere belangrijke voedingsstoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien van voedingsmiddelen uit de top van de voedingsdriehoek en bespreek met de studenten waarom het belangrijk is om deze in kleine hoeveelheden te eten.
Vetten en suikers
Vetten en suikers bevinden zich buiten de voedingsdriehoek. Deze voedingsmiddelen moeten we zo min mogelijk eten. Ze bevatten veel calorieën en weinig voedingsstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom vetten en suikers niet in de voedingsdriehoek staan en waarom het belangrijk is om deze in beperkte mate te eten.
Hoe gebruik je de voedingsdriehoek?
De voedingsdriehoek kan je helpen bij het samenstellen van een gezond dieet. Probeer elke dag voedingsmiddelen uit elk niveau van de voedingsdriehoek te eten.

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek met de studenten hoe ze de voedingsdriehoek kunnen gebruiken om gezonde keuzes te maken.
Oefening 1
Geef voorbeelden van voedingsmiddelen die in elk niveau van de voedingsdriehoek zitten.

Slide 11 - Tekstslide

Geef de studenten enkele minuten om na te denken en bespreek daarna de antwoorden.
Oefening 2
Laat een afbeelding zien van een maaltijd en vraag de studenten om de voedingsmiddelen te identificeren die in elk niveau van de voedingsdriehoek zitten.

Slide 12 - Tekstslide

Toon de afbeelding op het bord en vraag de studenten om in groepen te werken om de antwoorden te vinden. Bespreek daarna de antwoorden.
Tips voor een gezond dieet
Eet gevarieerd, drink voldoende water, eet niet te veel zout, suiker en vet en eet met mate.

Slide 13 - Tekstslide

Bespreek enkele tips voor een gezond dieet en leg uit waarom deze belangrijk zijn.
Wat hebben we geleerd?
We hebben geleerd wat de voedingsdriehoek is, hoe deze werkt en hoe we deze kunnen gebruiken om een gezond dieet samen te stellen.

Slide 14 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten of ze nog vragen hebben.
Bronnen
Voedingscentrum.nl

Slide 15 - Tekstslide

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt bij het maken van de presentatie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.