augustus 2022 (3) Woordjes leren

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  1. Je weet welke manieren om woordjes en begrippen leren er zijn;
  2. Je weet dat je woorden en begrippen op verschillende manieren moet leren;
  3. Je weet dat je woordjes en begrippen in blokken moet leren en vaak moet herhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordjes leren. Jij kunt het ook!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe leer jij woordjes?

Slide 4 - Open vraag

Het so is over twee weken. Wanneer begin je?

Slide 5 - Open vraag

Leer binnen twee minuten deze woorden uit je hoofd: (de volgorde is niet belangrijk) 

tafel          zeep 
tandpasta     bord
stoel     shampoo 
vork     kast 
lepel

timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Welke weet je nog?

Slide 7 - Open vraag

Tips voor het leren van woordjes
  1. Hardop lezen
  2. Woordjesprogramma's (WRTS, Wozzol, woordjesleren.nl, Quizlet)
  3. Hand op de woordjes
  4. Flitskaartjes
  5. Maak woorden visueel
  6. Mindmap

Slide 8 - Tekstslide

Leerpiramide van Bales

Slide 9 - Tekstslide

Tips voor het leren van woordjes
  1. Overhoor jezelf
  2. varieer in oefenen
  3. gebruik ezelsbruggetjes
  4. verbind het woord aan een locatie

Slide 10 - Tekstslide

Theorie (geheugen)
Je hebt drie verschillende geheugens:
  • Het werkgeheugen (dingen die je maar kort hoeft te onthouden)
  • Het parate geheugen (dingen die je elke dag nodig hebt)
  • Het lange geheugen (dingen die je bijna nooit nodig hebt, maar blijven hangen)
Het parate geheugen heb je heel veel nodig bij het leren op school. 

Belangrijke stappen bij de werking van het geheugen:
  1. Waarnemen door je zintuigen (kijken, horen en voelen!)
  2. Het opslaan van informatie in je hersenen (herhalen, herhalen, herhalen!)
  3. Het oproepen van informatie (het herinneren van informatie)

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen: probeer in 2 min. zoveel mogelijk te onthouden.
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Welke tijd stond er op de klok
achterin het klaslokaal?

Slide 13 - Open vraag


Hoeveel leerlingen in de klas hadden een bril?

Slide 14 - Open vraag


Hoeveel leerlingen staken hun vinger omhoog?

Slide 15 - Open vraag

Je gaat zo naar een website toe via de volgende dia.

Neem de tijd om die even te verkennen.. met name op het gebied van woordjes leren. Uiteraard goed om ook andere leertips te bekijken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Variëren in oefenen

Slide 18 - Tekstslide

Woordjes leren

Slide 19 - Tekstslide

Tips voor woordjes leren
Iedere dag tien minuten woordjes leren werkt het best.
De overhoorprogramma's op internet gaan ook uit van tien minuten per dag. 

Slide 20 - Tekstslide

De kaartjesmethode
Nodig: kleine papiertjes

Op ieder kaartje schrijf je een woord in de taal die je moet leren
De Nederlandse vertaling schrijf je op andere kaartjes
Zoek de kaartjes in de vreemde taal bij de kaartjes met de juiste vertaling

Slide 21 - Tekstslide

De afdekmethode
Leg je hand of een stuk papier op de Nederlandse woorden en probeer de vreemde woorden zelf te vertalen, of andersom

Slide 22 - Tekstslide

Overhoren
Laat je overhoren door een klasgenoot, vriend of vriendin of iemand thuis

Slide 23 - Tekstslide

Overhoren via internet
Als je bij Google intikt 'woordjes overhoren' krijg je een hele rij met sites die je daarbij helpen. Vaak staan de woordenlijsten van je lesboek er zelfs al op. Als je een woord goed vertaalt krijg je vaak een complimentje. Woordjes leren wordt zo gemakkelijker en leuker!

Slide 24 - Tekstslide

Zelf oefenen 
kaarten
leren
schrijven
speller
test

combineren
zwaartekracht 

Slide 25 - Tekstslide

Ik laat me regelmatig door iemand overhoren.
ja
nee

Slide 26 - Poll

Welke website gebruik je om je te laten overhoren?

Slide 27 - Open vraag

Overhoren plannen
Wil je naast het overhoren ook een planning voor het leren van woordjes? Tik dan op Google in: 'woordjes overhoren plannen'. 

Slide 28 - Tekstslide

Woorden in een (logisch) verband onthoud je beter

Uit onderzoek blijkt dat woorden beter worden wanneer ze in een logisch verband staan. Moet je bijvoorbeeld woorden leren die te maken hebben met voorwerpen in en rond het huis? Dan kun je die verdelen in voorwerpen die thuishoren in de keuken, in de badkamer, in de woonkamer, enzovoorts. 

Slide 29 - Tekstslide

Zinnen maken met de woordjes die je moet leren

Slide 30 - Tekstslide

Maak er een gek verhaal van!
Een verhaal maken kan je soms helpen om woordjes beter te onthouden. Je kunt je er dan iets bij voorstellen en ziet er een beeld bij. Misschien geldt dat ook voor jou. 

Hoe gekker het verhaaltje, hoe beter je het meestal onthoudt!

Slide 31 - Tekstslide

Maak een (gek) verhaaltje met de volgende woorden: house, roof, chair, table, refrigerator, food, stairs, garden. De andere woorden mogen Nederlands zijn.

Slide 32 - Open vraag

Meer tips
  • Als je nieuwe woordjes op krijgt, begin dan dezelfde dag nog met tien minuten oefenen.
  • Oefen iedere volgende dag tien minuten tot je een toets of overhoring hebt.
  • Woorden die je er maar niet in krijgt kun je op een blaadje schrijven en boven je bed hangen. Teken er eventueel een plaatje bij. 

Slide 33 - Tekstslide

Herhalen, herhalen!
Vergeet niet dat het bij woordjes leren (zoals bij alles wat je leert) vooral gaat om herhalen.

Slide 34 - Tekstslide

Welke methode wil je binnenkort uitproberen?
A
gek verhaal maken van woordjes
B
me laten overhoren
C
kaartjesmethode
D
anders, nl...

Slide 35 - Quizvraag

Breingeheim 1 

Je kunt woorden (maar ook dingen uit het dagelijks leven) beter onthouden als je na het leren je ogen 30 seconden van links naar rechts en rechts naar links beweegt. Dit bleek uit een onderzoek. Probeer maar eens uit en kijk of het werkt! 

Slide 36 - Tekstslide

Breingeheim 2 
Lijstjes met drie, vier of vijf woordjes kunnen we ons het gemakkelijkst herinneren. Dat heeft te maken met het werkgeheugen dat in de hersenen achter je voorhoofd zit. Het werkgeheugen (korter dan het kortetermijngeheugen) kan maar weinig informatie bevatten. Moet je een lange lijst met woordjes leren, deel die dan op in brokjes van drie, vier of vijf

Slide 37 - Tekstslide