6: Pruiken en revoluties: Oriëntatie: Revolutie - alles moet anders!



Geschiedenis
Introductie
H6: De tijd van pruiken en revoluties
Oriëntatie : Revolutie! Alles moet anders
Geschiedenis
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
H6: De tijd van pruiken en revoluties
Oriëntatie : Revolutie! Alles moet anders
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Toets H4 & H5 bespreken
Oriëntatie H6
Opdrachten maken
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Toets H4 en H5 bespreken

Slide 3 - Tekstslide

timer
15:00
Veel succes!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken: vraag 1 t/m 4 op blz. 133
+ nakijken (mapjes liggen bij de docent)
Waarom?
Zo krijg je een idee waar het hoofdstuk over gaat.
Hoe?
Lees de tekst op blz. 131 en bekijk de bronnen. 
Zelfstandig, stil werken
Hulp?
Vraag zachtjes je buurman/buurvrouw.
Klaar?
Lees en markeer de tekst op blz. 135-136
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 134-136.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al over de Franse Revolutie?

Slide 5 - Tekstslide

Tijdvak 7: Pruiken & Revoluties

Slide 6 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 7 - Tekstslide

Absolute macht

Slide 8 - Tekstslide

Pruiken

Slide 9 - Tekstslide

Arme stand betaald belasting....

Slide 10 - Tekstslide

Revolutie!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Revolutie!

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Lees: bladzijde 131
Maak: opdrachten 1 t/m 3 op bladzijde 133
Klaar? - lezen bladzijde 135-140

Slide 14 - Tekstslide

1a
  • 1 Gebruik bron 1 en de oriëntatie tekst.
  • a De tekenaar van bron 1 wil laten zien dat alle burgers blij waren met de veranderingen in Frankrijk. 
  • Wie was er waarschijnlijk niet zo blij met de veranderingen?
  • De Koning

Slide 15 - Tekstslide

1b
  • Hoe heet de vorm van bestuur waarbij alle burgers inspraak hebben?
  • ◯ C Democratie.

Slide 16 - Tekstslide

1c
  • Vul de juiste woorden in. Kies uit: gelijkheid • vrijheid.
  • Als in een land sommige mensen wel macht hebben en anderen niet, dan is er geen : 
  • gelijkheid.
  • Als in een land iedereen het recht heeft om zijn mening te uiten, dan is er :
  • vrijheid

Slide 17 - Tekstslide

1d
  • Is er in Nederland vrijheid en gelijkheid? Leg je antwoord uit.
  • ja, want Nederland is een democratie en alle burgers hebben gelijke rechten. 
  • OF
  • nee, want als burger heb je niet op alle beslissingen van het bestuur invloed en er bestaat discriminatie.

Slide 18 - Tekstslide

2
  • Gebruik bron 2 en de oriëntatie tekst.
  • a Welke vorm van bestuur kwam in de 18e eeuw in Europa het meest voor?
  • b Welke vorm van bestuur had Nederland in de 18e eeuw?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

2
  • Gebruik bron 2 en de oriëntatie tekst.
  • a Welke vorm van bestuur kwam in de 18e eeuw in Europa het meest voor?
  • Een koninkrijk.
  • b Welke vorm van bestuur had Nederland in de 18e eeuw?
  • Een republiek.

Slide 21 - Tekstslide

3
  • Gebruik bron 3. Rond 1800 kwam er een einde aan de macht van het volk in Frankrijk. De Franse generaal Napoleon greep de macht en werd in veel gebieden in Europa de baas.
Over welke gebieden had Napoleon controle? 
Vier antwoorden zijn goed.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

3
  • □□ C Italië.
  • □□ D Nederland.
  • □□ E Oostenrijk.
  • □□ G Pruisen.

Slide 24 - Tekstslide