Thema 2 Basisstof 4, 5 en 8

Week 1, Les 2
Vandaag
  • Uitleg Bs 4  
  • Zelfstandig werken
  • Uitleg Bs 8 & Bs 5
  • Zelfstandig werken
  • Leerdoelen gehaald?
Leerdoelen Basisstof 4
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
  • Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Basisstof 5
  • Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.
Basisstof 8
  • Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
  • Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.
Week 2
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 1, Les 2
Vandaag
  • Uitleg Bs 4  
  • Zelfstandig werken
  • Uitleg Bs 8 & Bs 5
  • Zelfstandig werken
  • Leerdoelen gehaald?
Leerdoelen Basisstof 4
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
  • Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Basisstof 5
  • Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.
Basisstof 8
  • Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
  • Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.
Week 2

Slide 1 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat er gebeurt bij de bevruchting

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De bevruchting

Slide 5 - Tekstslide

Geen bevruchting

Slide 6 - Tekstslide

Wel bevruchting
Niet ongesteld = 'over tijd'

Slide 7 - Tekstslide

Van eisprong tot zwangerschap
Belangrijke begrippen:
Innesteling
Embryo

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de zaadcel en met de eicel tijdens de bevruchting?
A
De hele zaadcel dringt de eicel binnen, de eicel doet niks.
B
Alleen de kop van de zaadcel dringt de eicel binnen, de eicel doet niks.
C
De hele zaadcel dringt de eicel binnen, het membraam van de eicel wordt ondoordringbaar.
D
Alleen de kop van de zaadcel dringt de eicel binnen, het membraam van de eicel wordt ondoordringbaar.

Slide 9 - Quizvraag

Noem 2 dingen die anders gaan in de baarmoeder als er wel bevruchting plaats vind.

Slide 10 - Open vraag

De vorming van de placenta (moederkoek)

Slide 11 - Tekstslide

De vorming van de placenta (moederkoek)

Slide 12 - Tekstslide

Bloedsomloop van de placenta

Slide 13 - Tekstslide

Foetus
Na 3 maanden wordt het embryo een foetus genoemd

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een ééneiige tweeling en een twee-eiige tweeling?

Slide 15 - Open vraag

Waarom zit het embryo/de foetus in vrucht water
A
Ter bescherming
B
Om niet uit te drogen
C
Om op temperatuur te blijven
D
Alle antwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Zet achter de nummers of het aders of slagaders zijn. Door wel nummer(s) stroomt zuurstofrijk bloed.

Slide 17 - Open vraag

Zelfstandig werken
Basisstof 4
(Kennis opdrachten 1, 2, 3, 4)
Inzicht Opdrachten 5, 6, 7, 8)

Slide 18 - Tekstslide

Basisstof 8: Erfelijkheidsonderzoek
10 tot 15% van de zwangerschappen krijgt de vrouw een miskraam
Dit kan verschillende oorzaken hebben.

1 daarvan zijn genetische afwijkingen

Slide 19 - Tekstslide

Genetisch advies

Slide 20 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
Echoscopie

Slide 21 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
NIPT = niet invasieve prenatale test

Aan de hand van bloed van de moeder

Slide 22 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
Vlokkentest

Slide 23 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
Alleen als:
  • uit de NIPT blijkt dat er een verhoogde kans is op een erfelijke ziekte
  • een vrouw al enkele malen een miskraam heeft gehad
  •  er een erfelijke ziekte in de familie voorkomt
Vrucht waterpunctie

Slide 24 - Tekstslide

Basisstof 5: De geboorte
5 stappen:
  1. Indaling
  2. Ontsluiting (vooraf gaand hieraan: Weeën
  3. Breken van de vruchtvliezen
  4. Uitdrijven (persweeën)
  5. Nageboorte

Slide 25 - Tekstslide

1. Indaling

Slide 26 - Tekstslide

2. Ontsluiting & 3. Breken van de vruchtvliezen

Slide 27 - Tekstslide

4. Uitdrijving

Slide 28 - Tekstslide

5. Nageboorte

Slide 29 - Tekstslide

Uitdrijving
Ontsluiting
Breken van de vruchtvliezen
Nageboorte
Indaling

Slide 30 - Sleepvraag

Wat wordt er uitgedreven tijdens de nageboorte?

Slide 31 - Open vraag