3HV H8.1: een bemand ruimteschip

8.1 Een bemand ruimteschip

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8.1 Een bemand ruimteschip

Slide 1 - Tekstslide

Allereerst
.... Super dat zovelen van jullie de weg naar LessonUp hebben gevonden en de les hebben gemaakt
.... Het was geweldig om jullie reacties op de stelling of de techniek ons zou helpen met onze ecologische voetafdruk te lezen.
... Ik was blij verrast met jullie reacties op de vraag 'wat heb je geleerd'. Jullie reacties geven mij veel energie. Dank daarvoor.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
kun je uitleggen welke dingen er nodig zijn voor het leven op een duurzame aarde, en kan je uitleggen op welke wijze mensen daar zelf invloed op kunnen uitoefenen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat denk jij dat het leven op aarde mogelijk maakt.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Welke redenen geeft André Kuipers voor het leven op aarde?

Slide 6 - Open vraag

Vijf factoren voor leven op aarde
  1. Afstand tot de zon
  2. Dampkring
  3. Zwaartekracht (aantrekkende kracht van de aarde)
  4. Water
  5. Voedsel (natuurlijke hulpbron)

Mist 1 van de 5? Geen leven mogelijk op aarde!

Slide 7 - Tekstslide

1. Afstand tot de zon
  • Zonder natuurlijk broeikaseffect op aarde: -18 graden
  • De dampkring houdt warmte vast voor ons, gelukkig is het gemiddeld 15 graden op aarde.

Slide 8 - Tekstslide

2. Dampkring
  • In de dampkring zit zuurstof, wat wij inademen
  • We ademen koolzuurgas (CO2 uit)
  • Planten en bomen groeien daar door, en zetten het weer om tot zuurstof

Slide 9 - Tekstslide

3. Zwaartekracht
  • Zorgt ervoor dat de gassen uit de dampkring niet in de ruimte verdwijnen
  • Zorgt er ook voor dat mensen en voorwerpen op de grond blijven staan. Zonder zwaartekracht vlogen we de ruimte in.

Slide 10 - Tekstslide

4. Water
  • Onmisbaar voor leven op aarde: vrouwen bestaan al voor 50% uit water, mannen voor 65%.
  • Naast mensen en dieren kunnen planten ook niet zonder water
  • Het meeste water zit in de oceanen (97,5%). Het meeste zoete water is opgeslagen in ijs of diep onder de grond (in aquifers). Slechts een klein deel zoet water ligt aan de oppervlakte.

Slide 11 - Tekstslide

5. Voedsel
  • Mensen hebben eten nodig om te leven
  • Het is een noodzakelijke natuurlijke hulpbron voor mensen

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk jij aan
bij duurzaamheid?
(5 woorden)

Slide 13 - Woordweb

Ecologische voetafdruk
  • Hoeveel ruimte op aarde wordt er gebruikt door 1 persoon
  • Met andere woorden: hoeveel aardes zijn er nodig als iedereen zo leeft als jij.

Uit de vorige les komt naar voren, dat 70% van jullie 2 tot 4 aardes nodig hebben, 20% heeft 4 tot 6 aardes nodig en 10% minder dan 2 aardes.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geef 5 voorbeelden uit de video hoe je zelf je ecologische voetafdruk kan verminderen.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Zou jij minder vlees eten om je voetafdruk te verminderen?
A
Ja, ik ben al vegetariër / vegan
B
Ja, ik ben een flexitarier, ik eet niet alle dagen vlees
C
Nee, ik eet wat op tafel wordt gezet
D
Nee, ik vind vlees veel te lekker

Slide 18 - Quizvraag

Lees de volgende basisboeknummers

B34 Planeet aarde
B35 Draaiing van de aarde
B93 Systeem aarde
B118 Waterkringloop
B123 koolstofkringloop

Slide 19 - Tekstslide

De aarde is de derde planeet vanaf de zon. Naast de aarde vind je de planeten Venus en Mars
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Op 20 maart hadden we de lente-equinox. De zon stond toen loodrecht boven de zuidelijke keerkring.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Het systeem aarde bestaat uit 3 sferen: biosfeer, hydrosfeer en atmosfeer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Bomen en planten kunnen transpireren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag


CO2 vinden we niet alleen in de lucht, je kan het ook vinden in cola, fanta en sprite.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten uit het werkboek voor de volgende les.
Havo: opdracht 1 t/m 8 + 11
Vwo: opdracht 1 t/m 10 + 13

Maar voordat je begint: maak nog de laatste twee vragen op de volgende slides. 

Slide 25 - Tekstslide

Noteer twee dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open vraag