Markt en overheid hoofdstuk 2

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Van volledige mededinging naar monopolie

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 monopolie

Uitleg prijsafzetlijn voor monopolist


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Monopolie
  • Eén aanbieder
  • Veel vragers
  • Homogeen product
  • Mogelijkheid tot kartels
  • heel veel marktmacht

Voorbeeld:
Microsoft met Windows,
Pro Rail, beheer elektriciteitsnetwerk spoorwegennet.

Slide 6 - Tekstslide

Monopolisten: prijszetters
Producenten die op een marktvorm van onvolkomen concurrentie aanbieden, zijn prijszetters. Omdat ze zelf hun prijs kunnen bepalen. 

Slide 7 - Tekstslide

Als de monopolist de prijs te hoog vaststelt, zullen sommige klanten niet bereid zijn om het product te kopen. 
Dus als de prijs stijgt zal de vraag afnemen.
Het verband tussen de vraag en de prijs wordt gegeven door de collectieve vraaglijn.
De collectieve vraaglijn = GO (prijsafzetlijn)

Slide 8 - Tekstslide

Monopolist
Hoe hoger de prijs, 
hoe lager de afzet

Bereken de TO

Wat valt je op?

Slide 9 - Tekstslide

Monopolist

Hoe groot is de MO als de monopolist de productie uitbreidt van 2 naar 3?



Slide 10 - Tekstslide

Monopolist

Hoe groot is de MO als de monopolist de productie uitbreidt van 4 naar 5?
Bij monopolie p = GO ≠ MO
want monopolist is prijszetter

Slide 11 - Tekstslide

MO-lijn bij prijszetters
De MO-lijn en de GO-lijn verloopt dalend; als de producent meer wil verkopen, moet de prijs omlaag. 

Omdat voor elk product dat de monopolist dan aanbiedt de prijs omlaag gaat, daalt de MO-lijn sneller dan de GO-lijn.
Precies 2x zo snel. De MO-lijn snijdt de q-as dus precies op de helft waar de p=GO-lijn de q-as snijdt

Slide 12 - Tekstslide

De maximale omzet wordt bereikt in het punt waar MO=0

Slide 13 - Tekstslide

Maximale omzet
De omzet is maximaal wanneer MO = 0.
Als MO namelijk positief is, zal TO toenemen als de afzet stijgt. 
Op een gegeven moment neemt TO echter af als de afzet stijgt, omdat vraag inelastisch wordt: de procentuele
stijging van de vraag (afzet) is kleiner dan de procentuele daling van de prijs. 

Slide 14 - Tekstslide