Masterclass 3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

lage druk gebieden
(B55)
Een laag luchtdruk gebied heeft als kenmerk dat er stijgende lucht is. 
Door deze stijgende lucht zorgt een laag luchtdruk gebied ook voor veel neerslag. 
Want: Stijgende lucht -> koelt af boven in de atmosfeer -> condensatie onstaat hierdoor -> wolkenvorming -> stijgingsregens (B50)! 

Slide 4 - Tekstslide

Hoge druk gebieden
(B55)
Een hoog luchtdruk gebied heeft als kenmerk dat er dalende lucht is. 
Door deze dalende lucht zorgt een hoog luchtdruk gebied ook voor droogte. 
Want: dalende lucht gaat van koud naar warm -> geen condensatie mogelijk -> geen wolkenvorming -> droogte!  

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Buys Ballot (B53)
Deze wet bestaat uit 2 onderdelen: 

1. Lucht verplaatst zich van een hogeluchtdruk naar een lageluchtdruk (hierdoor ontstaat wind). 

2. Door de draaiing van de aarde krijgt wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links, gezien vanuit de richting waar de wind vandaan komt. 

Slide 6 - Tekstslide

Buys Ballot in werking
Bij de evenaar krijgen we veel zonlicht binnen -> erg warm! 
Hier ontstaat een lage luchtdruk. 
Bij ongeveer 30 graden NB/ZB daalt de lucht en krijgen we een hogeluchtdruk. 
Bij 60 graden NB/ZB botst warme lucht met koude lucht en stijgt de lucht op -> lage luchtdruk ontstaat! 
Bij de NP/ZP is er een hoog luchtdruk omdat hier koude lucht is dat niet kan opstijgen. 


Slide 7 - Tekstslide

Buys Ballot in werking
Vanaf de evenaar naar de noordpool/zuidpool zijn de drukgebieden wisselend zoals je in de figuur kan zien. 
Evenaar - laag
30 NB/ZB - hoog
60 NB/ZB - laag
90 NB/ZB - hoog

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

ITCZ 
De ITCZ (intertropische convergentiezone) is de lijn die het lageluchtdruk gebied van de evenaar aangeeft. Dit lageluchtdruk gebied, ofwel de ITCZ, beweegt mee met de instraling van de zon (warmte). 
In juli beweegt deze ITCZ naar het noordelijk halfrond omdat dan meer zonlicht het NH bereikt. 
In januari beweegt de ITCZ naar het ZH omdat dan meer zonlicht het ZH bereikt. 

Slide 10 - Tekstslide

ITCZ
Op de afbeelding hiernaast kan je de verplaatsing terug zien. 
Voor India zien we hier terug dat in juli er een lage luchtdruk boven India ligt en in januari een hogeluchtdruk. 
Dit zorgt voor een wisseling van de richting waar de wind vandaan komt. 
juli is dit aanlandig (lage luchtdruk boven land, hoog luchtdrukgebied boven zee) (neerslag, veel neerslag). 
Januari andersom en dus aflandig (droogte)

Slide 11 - Tekstslide

ITCZ
Wanneer de ITCZ in juli ten noorden van de evenaar ligt krijgt de wind dus ook een verschil te merken. 
De wind gaat nu van een hoge luchtdruk op het ZH naar een lage luchtdruk op het NH dit zorgt ervoor dat de 2de regel van de wet van Buys Ballot hier invloed op heeft. 
eerst waait de wind met een afwijking naar links (op het ZH) zodra de wind de evenaar overkruist krijgt de wind een afwijking naar rechts (NH). 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Waarom zien we een hoge luchtdruk boven Azië in de winter van het noordelijk halfrond?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Weektaak 16 (13-04/ 17-04)
Lees paragraaf 3 en de basisboeknummers goed door en maak de opdrachten 1, 3, 5 t/m 9 van paragraaf 3. 
(ook de atlas opdrachten)!
In jullie Teams staat een pdf bestand met uitleg over hoe de online atlas gebruikt kan worden, momenteel is dit gratis!
Lever jouw gemaakte opdrachten in via Teams! 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video