wk 35: les 2+3

Woensdag 26 augustus - V1b
Vandaag:
  • 10 minuten stillezen
  • Werkwoordspelling
  • Learnbeat
  • Aan de slag!

  • Terugblik: kenmerken sprookjes
  • Taalgebruik en moraal
  • Aan de slag!
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 26 augustus - V1b
Vandaag:
  • 10 minuten stillezen
  • Werkwoordspelling
  • Learnbeat
  • Aan de slag!

  • Terugblik: kenmerken sprookjes
  • Taalgebruik en moraal
  • Aan de slag!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
...ben je ingelogd in Learnbeat.
...heb je geoefend met werkwoordspelling.

...weet je wat de moraal is van een sprookje.
...kun je benoemen wat er bijzonder is aan het taalgebruik in sprookjes.
...kun je zelf een kort sprookje schrijven, met moraal en bijzonder taalgebruik.

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag!
Bedenk 4 zinnen (over jezelf, over je vakantie etc.)
  • Gebruik 4 verschillende werkwoorden
  • Gebruik 2 keer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
  • Gebruik 2 keer de persoonsvorm in de verleden tijd

  • Vandaag geef ik les aan V1a.
  • Na zes weken vakantie is dat wel weer even wennen.

  • Afgelopen zomer fietste ik twee dagen op de Veluwe.
  • Ik kluste ook in het nieuwe huis van mijn zusje in Zeist. 


Slide 3 - Tekstslide

Bedenk 4 zinnen (over jezelf, over je vakantie etc.)

Gebruik 4 verschillende werkwoorden
Gebruik 2 keer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Gebruik 2 keer de persoonsvorm in de verleden tijd

Slide 4 - Open vraag

Learnbeat
Ga naar www.learnbeat.nl
Heb je al een account?
Je krijgt een klascode
Maak: Blok 1, 1.3 Spelling, A. Persoonsvorm van een werkwoord, vraag 1 t/4, 8, 9

Slide 5 - Tekstslide

Moraal, wijze (levens)les
Sprookje
Moraal
Roodkapje
Sneeuwwitje en de 7 dwergen
Het lelijke eendje
Hans en Grietje
De nieuwe kleren van de keizer
Assepoester

Slide 6 - Tekstslide

Moraal, wijze (levens)les
Sprookje
Moraal
Roodkapje
Je moet luisteren naar wat je ouders zeggen
Sneeuwwitje en de 7 dwergen
Je moet niet zomaar aanwijzingen van vreemden opvolgen
Het lelijke eendje
Je moet nooit alleen naar de buitenkant van iemand kijken. Juist door naar de binnenkant te kijken zie je hoe mooi iemand is.
Hans en Grietje
Je moet nooit zomaar vreemde mensen vertrouwen
De nieuwe kleren van de keizer
Als je zo ijdel bent dat je geen weloverwogen beslissingen meer kunt nemen dan zul je daar uiteindelijk voor gestraft worden.
Assepoester
Als je goed bent voor anderen, dan krijg je dit vanzelf een keer terug. Tegelijkertijd laat het sprookje ook zien dat valsheid wordt bestraft

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden en woorden die ’kleur’ geven aan een verhaal
  • De prins gaf de prinses een kus.
  • De dappere prins gaf de mooie prinses een dikke kus.

  • De kabouter woont in een huis.
  • De stoere kabouter woont in een klein huisje aan de rand van het bos.

  • De heks keek naar Hans en Grietje.
  • De enge, lelijke heks loerde met hongerige ogen naar de vrolijk spelende Hans en Grietje.

  • De tovenaar ging naar de grot.
  • De stokoude, mysterieuze tovenaar rende bliksemsnel naar de grot die verscholen lag in de donkere bossen.
Bijvoeglijke naamwoorden en woorden die ’kleur’ geven aan een verhaal

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Je gaat een kort sprookje schrijven
  • Bedenk vooraf wat de moraal is
  • Je sprookje begint met "Er was eens..." en eindigt met "En ze leefden nog lang en gelukkig"
  • Woorden die je moet gebruiken: de sterke kabouter, een hoge berg met uitzicht over het hele koninkrijk, een oude heks met een wrat op haar neus
  • Lees je sprookje nog eens na en voeg in elke zin minimaal één bijvoeglijk naamwoord toe

Slide 9 - Tekstslide

Einde van deze les
Lesdoelen behaald?

...heb je geoefend met werkwoordspelling.
...ben je ingelogd in Learnbeat.
...weet je wat de moraal is van een sprookje.
...kun je benoemen wat er bijzonder is aan het taalgebruik in sprookjes.
...kun je zelf een kort sprookje schrijven, met moraal en bijzonder taalgebruik.


Slide 10 - Tekstslide