woordsoorten lidwoord en zelfstandig naamwoord

Programma

Grammatica






1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma

Grammatica






Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn woordsoorten?
Woordsoorten zijn eigenlijk een soort 'families'.  Elk woord in de Nederlandse taal kun je onderverdelen in zo'n familie.
Door woordsoorten te kennen kun je zinnen beter begrijpen. Het helpt je ook bij het leren van een andere taal.

Slide 3 - Tekstslide

Welke woordsoorten ken je?

Slide 4 - Open vraag

De woordsoorten die jij moet kennen zijn...
Lidwoord (lw)
Werkwoord (ww)
Zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
voorzetsels (vz)

Slide 5 - Tekstslide

Welke lidwoorden ken je?

Slide 6 - Open vraag

De lidwoorden (lw) zijn:
de, het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord

Lidwoorden staan, of kun je in gedachten plaatsen, voor het zelfstandig naamwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 8 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord (zn)
 Mensen, dieren, dingen of een abstract begrip (de liefde, het gevoel). We zeggen ook wel: zelfstandig naamwoorden zijn namen van mensen, dieren of dingen. Meestal staat bij een zelfstandig naamwoord een lidwoord of kun je er een lidwoord bij denken. Je kunt het verkleinen en in meervoud zetten.

Slide 9 - Tekstslide

Maak 2 zinnen met een lidwoord en een zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag!
wat: maak oefening 1 t/m 3 op blz. 30-31
hoe: zelfstandig werken
tijd: tot 5 minuten voor tijd


Slide 11 - Tekstslide