3.5 en 3.6 van grafiek naar formule

Welkom 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Theorie en oefenen (LessonUp)
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert uit een lineaire grafiek een formule te maken. 
  • Je kunt van een grafiek het stijggetal /daalgetal berekenen. .

Slide 3 - Tekstslide

Welk soort grafiek hoort er bij een lineaire formule?
A
Vloeiende kromme
B
Rechte grafiek
C
Periodieke grafiek
D
Gebogen grafiek

Slide 4 - Quizvraag

Welk getal in de formule is het stijggetal?
Aantal kopieën = 35 + 5 x minuten
A
35
B
5
C
Aantal kopieën
D
Minuten

Slide 5 - Quizvraag

Is de grafiek die bij de formule hoort een stijgende of een dalende grafiek?
Aantal flesjes = 40 - 6 x aantal weken
A
Stijgend
B
Geen van beide
C
Dalend
D
Ik kan het niet aflezen in de formule

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet je altijd vermelden als je een assenstelsel tekent?
A
Titel, eenheid x-as, eenheid y-as
B
Helemaal niets
C
Titel
D
De formule

Slide 7 - Quizvraag

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
Staat bij de horizontale as
B
Staat bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 8 - Quizvraag

staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 9 - Sleepvraag

Welke variabelen zitten er in de formule:

Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren

Slide 10 - Quizvraag

Welke formule heeft als begingetal 2?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg theorie

Slide 12 - Tekstslide

Maak de formule
bij de grafiek.
A
inkomsten in euro's= 5 + 5t
B
inkomsten in euro's= 5 + 2,50t
C
t= 5 + 3 x inkomsten in euro's
D
5 + 2,50t

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de formule van deze grafiek?
A
gewicht in kg = 1 - 0,5 x leeftijd in weken
B
gewicht in kg = 0,5 + 1,5 x leeftijd in weken
C
gewicht in kg = 1 + 0,5 x leeftijd in weken
D
gewicht in kg = 1 + 3 x tijd in weken

Slide 14 - Quizvraag

Formule bij een grafiek
Wat is het stijggetal?
10 stappen naar rechts = 30 kg omhoog
Stijggetal altijd 1 stap naar rechts....

Dus stijggetal = 30 : 10 = 3

gewicht=15+3w
w=leeftijd
in
weken

Slide 15 - Tekstslide

Stijggetal en daalgetal berekenen

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag:
Paragraaf 4.3 en 4.4 (af)maken.

Slide 17 - Tekstslide

Weer een beetje slimmer geworden :) 

Slide 18 - Tekstslide