4.2 Tussen de Wereldoorlog (Deel 2)

4.2 Tussen de Wereldoorlog (Deel 2)
1919-1939
Voor en na een wereldoorlog
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 Tussen de Wereldoorlog (Deel 2)
1919-1939
Voor en na een wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 

- Hoe Rusland een totalitaire dictatuur werd

- Hoe Italië een totalitaire dictatuur werd

- Hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van wereldoorlogen

Slide 3 - Tekstslide

Einde WOI
Op 11 november 1918 kwam er een wapenstilstand en was de Eerste Wereldoorlog voorbij. De overlevenden konden naar huis, maar er waren ook miljoenen doden, vermisten en gewonden.

Slide 4 - Tekstslide

Verdrag van Versailles
Duitsland mag geen groot leger meer hebben. 
Duitsland moet een Enorme schadevergoeding betalen.
Duitsland raakt haar kolonies kwijt. 
Duitsland wordt kleiner, hieruit is polen ontstaan. 

Slide 5 - Tekstslide

Weet je het nog?
  • De eerste wereldoorlog is in 1918 afgelopen
  • Veel landen in Europa hebben enorme schade
  • De kaart van Europa ziet er anders uit: er zijn nieuwe landen bijgekomen




Slide 6 - Tekstslide

Hoe gaat het nu verder?
  • Na de oorlog worden landen weer opgebouwd
  • De jaren ‘20 zijn voor veel landen een welvarende tijd
  • Vooral in de VS gaat het economisch goed: sterkste industrieland

Na de Eerste Wereldoorlog willen mensen genieten van het leven:
- feesten
- dansen (nieuwe muzieksoort Jazz)
- vrouwen gaan zich anders kleden en gedragen
- veel geld uitgeven aan leuke dingen 

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart?

Slide 8 - Woordweb

Roaring Twenties
Kijk naar het volgende fragment over de 'roerige jaren twintig' in de Verenigde Staten.

Daarna volgt een vraag!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke vormen van 'welvaart' uit de jaren '20 in de VS zag je in het fragment naar voren komen?

Slide 11 - Open vraag

De VS in de jaren '20
  • De VS werden begin 20e eeuw het sterkste industrieland ter wereld
  • Henry Ford maakt auto’s met de lopende band: een nieuwe manier van produceren
  • De welvaart in de VS nam enorm toe in de jaren '20
  • Er ontstond een 'consumptiemaatschappij'
  • Veel mensen kopen “op krediet”

Slide 12 - Tekstslide

De VS als eerste consumptiemaatschappij
  • De Amerikanen produceerden sneller en goedkoper dan de Europeanen
  • De Amerikaanse economie bloeide op en de welvaart nam toe
  • Keukenapparatuur, stofzuigers, radio's, auto's en andere luxeartikelen deden hun intrede

Slide 13 - Tekstslide

Welke 'nieuwe' optie hadden Amerikanen als ze de luxeproducten niet konden betalen?
A
Stelen
B
Geld lenen
C
Ruilen
D
zelf produceren

Slide 14 - Quizvraag

Waarom werden de jaren '20 de 'Roaring Twenties' genoemd?
A
Er werd veel gedanst
B
Er werd veel gerookt
C
Het was een levendige tijd
D
Kopen op afbetaling kwam opzetten

Slide 15 - Quizvraag

Even op een rijtje...: (VS)
- De roerige jaren ‘20 - the roaring twenties
- Leuke dingen - bioscoop, restaurants
- Andere mentaliteit - manier van denken
- Deel wilde consumeren, deel was conservatief
1920 - 1933 - verbod op alcohol (drooglegging)
- Steeds meer moonshine - zelfgestookte drank

Slide 16 - Tekstslide

Duitsland na WO I 
  • Duitsland wordt een democratie--> werkt slecht, veel extreme partijen
  • Om de herstelbetalingen te kunnen betalen wordt er geld bij gedrukt.
  • Economisch gaat het slecht (uitzondering 1924-1929)

Slide 17 - Tekstslide

Dolkstootlegende
De nieuwe linkse regering had wapenstilstand gesloten na WOI.
En daarmee soldaten verraden.

Slide 18 - Tekstslide

Republiek van Weimar
  • Van 1918 -1933 heet DU zo
  • Geen keizer, democratie
  • Niet populair
  • Veel gevechten op straat tussen communisten en de  nazi's (nat. socialisten)


Slide 19 - Tekstslide

Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Een republiek heeft
A
Geen regering
B
Geen president
C
Geen democratie
D
Geen koning/keizer

Slide 21 - Quizvraag

Tijdens de Republiek van Weimar was er veel strijd tussen...
A
de kapitalisten en de communisten
B
de republikeinen en de monarchisten
C
de Duitsers en de Fransen
D
de communisten en de nationaal-socialisten

Slide 22 - Quizvraag

Inflatie betekent...
A
Dat je geld minder waard wordt
B
Dat je geld meer waard wordt
C
Dat je minder kunt kopen voor je geld
D
Dat je minder verdient

Slide 23 - Quizvraag


Duitsland 
1924-1929


Gaat economisch goed met Duitsland. NSDAP blijft daardoor klein. Komt door steun vanuit Amerika.




Slide 24 - Tekstslide

Economische crisis
1929
- Beurskrach in Verenigde Staten
- crisis slaat over naar Europa 

Slide 25 - Tekstslide

Economische crisis

Wereldcrisis, dus ook in DU.

In de Republiek van Weimar ging het extra slecht door:

1) Herstelbetalingen

2) Geen leningen VS meer

3) Geen koloniën

Slide 26 - Tekstslide

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

De economische crisis trof Duitsland extra zwaar omdat...
A
Duitsland geen kolonies had
B
Duitsland geld moest betalen aan FR en GB
C
Duitsland geen geld meer kreeg van de VS
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 29 - Quizvraag

4. Hitler komt aan de macht
Hitler komt aan de macht

Slide 30 - Tekstslide

Adolf Hitler



Ontevreden veteraan
Richt de NSDAP op
Mislukte staatsgreep 1923
           Schrijft "Mein Kampf" 

Slide 31 - Tekstslide

NSDAP
  • NSDAP neemt fascistische standpunten over ...

  • + voegt rascisme toe (op basis van afkomst)--> rassenleer en antisemitisme.

*  Gebruikt propaganda en terreur

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Hitler onze laatste hoop stond op verkiezingsposters van de NSDAP

Slide 34 - Tekstslide




Propaganda

Slide 35 - Tekstslide

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Slide 36 - Tekstslide

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme (jodenhaat)

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

Slide 37 - Tekstslide

Duitsland wordt een totalitaire staat
  • Het belang van de groep en de staat gaat voor alles.
  • Wie niet wou luisteren werd geïntimideerd.
  • De leider (Der Führer) is allesoverheersend.
  • Duitsland wordt een dictatuur. 
  • Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie.
  • Propaganda.
  • Jeugd geïndoctrineerd.
  • Veel uiterlijk vertoon.

Slide 38 - Tekstslide

Indoctrinatie, ook op school, hoe ziet de ariër eruit?

Slide 39 - Tekstslide



Oorlogsindustrie


Werkeloosheid verdween doordat Hitler opdracht gaf aan de oorlogsindustrie om wapens en andere militaire producten te maken. 

Slide 40 - Tekstslide

In nederland
NSB --> Nationaal socialistische beweging

Niet zo groot, Nederlanders stemden op gematigde partijen

Slide 41 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Economische crisis
  • Nationaal Socialisme
  • Nazi's 

Slide 42 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 4.2 Tussen de Wereldoorlog 
Opdracht 6, 7 en 8


Slide 43 - Tekstslide