proef se module E basis

De ontsluiting is een fase van de bevalling.
A
juist
B
onjuist
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De ontsluiting is een fase van de bevalling.
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

wanneer vindt de ovulatie plaats?
A
dag 1
B
dag 20
C
dag 14
D
dag 4

Slide 2 - Quizvraag

Jongens kunnen een zaadlozing krijgen in hun slaap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke geslachtskenmerken zijn primair en welke geslachtskenmerken zijn secundair?
Primair
Secundair
Balzak
Penis
Borsten
Baard-groei

Slide 4 - Sleepvraag

In de eierstokken worden vrouwelijke geslachtshormonen gemaakt
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag


Bij de ontwikkeling van een eicel bevindt de eicel zich in een follikel.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Cellen van bacteriën hebben een celwand.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Bij de bereiding van brood worden schimmels gebruikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag


Bacteriën zijn eencellige organismen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In welk orgaan vindt de bevruchting plaats?
A
baarmoeder
B
vagina
C
eileider
D
eierstok

Slide 10 - Quizvraag

welk nummer
geeft de teelbal aan?
A
3
B
8
C
9
D
10

Slide 11 - Quizvraag

Foetes
Vruchtwater
Vruchtvliezen
Navelstreng
Placenta
1
2
3
5
6

Slide 12 - Sleepvraag

Borsten
Bredere heupen
Rondere lichaamsvormen
Schaamlippen
Vagina
Zijn de volgende geslachtskenmerken van een meisje primaire of secundaire kenmerken?
Secundair
Secundair
Secundair
Primair
Primair

Slide 13 - Sleepvraag

Welke levensfase komt na puber?
A
Volwassene
B
Schoolkind
C
Adolescent
D
Oudere

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 15 - Quizvraag

Veel boomstammen hebben een groene kleur aan de kant waar de meeste regen tegenaan komt. Deze kleur wordt veroorzaakt door boomalgen. Enkele kenmerken van cellen zijn:1 De cel heeft een celkern.2 De cel is omgeven door een celwand.3 De cel heeft bladgroenkorrels.> Welke van deze kenmerken komen voor bij boomalgen?
A
alleen 1
B
geen
C
1 en 2
D
Alle drie

Slide 16 - Quizvraag


Voor een medisch onderzoek wordt een microscopisch preparaat gemaakt van ontlasting (poep). In het preparaat zitten onder andere bacteriën, cellen van een spinazieplant en cellen van de darmwand. Hiernaast is een deel van het preparaat getekend.
Welke letter geeft cellen van een spinazieplant aan?
A
P
B
Q
C
R

Slide 17 - Quizvraag

Je weet zeker dat dit een plantencel is omdat het .......... heeft
A
een kern
B
een celwand
C
bladgroenkorrels
D
een celmembraan

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit dat een zaadcel zonder zweepstaart niet voor bevruchting kan zorgen.

Slide 19 - Open vraag

Na de geboorte wordt de navelstreng van de baby afgeklemd en doorgeknipt.
Waarom heeft de baby de navelstreng na de geboorte niet meer nodig?

Slide 20 - Open vraag

Transgenders ondergaan een verandering om van een jongenslichaam naar een meisjeslichaam te gaan, of andersom. Vaak moet een transgender daarvoor worden geopereerd. Ook moet hij of zij geslachtshormonen slikken.

Waarom nemen transgenders ook geslachtshormonen?

Slide 21 - Open vraag

Spruw in de mond komt door een schimmelinfectie. Je hebt dan witte vlekjes op je tong en op je wangslijmvlies. Een dokter kan onderzoeken of het gaat om spruw. Hij maakt dan een uitstrijkje van het wangslijmvlies van de patiënt en bekijkt dat onder een microscoop.

Aan welk celkenmerk kan de dokter zien dat hij met een schimmelcel te maken heeft en niet met een wangslijmvliescel?

Slide 22 - Open vraag

Schimmels kunnen voedselbederf veroorzaken. Welke andere groep van organismen kan ook bederf van voedsel veroorzaken?

Slide 23 - Open vraag