SpellingH5

bezitsvorm
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

bezitsvorm

Slide 1 - Woordweb

Vorige les
Bezitsvorm
Cijfers en getallen

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
1. Ik kan bezitsvormen correct spellen. 
2. Ik kan getallen volgens de richtlijnen spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een apostrof?
WEL
Als 1 of meer letters zijn weggelaten.
na cijfers en afkortingen
na alle woorden die eindigen p een i, a, o, u of y.
bij bezitsvormen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is de bezitsvorm van oma?
............. rollator.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de bezitsvorm van Davy?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 7 - Quizvraag

Cijfers en getallen
Cijfers voluit schrijven.

Uitzonderingen:
  • Bij maten, gewichten, procenten en snelheden zijn cijfers overzichtelijker. 
  • Grote, ingewikkelde cijfers, schrijf je in cijfers. 

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf je het cijfer voluit of niet?
Kies de juiste optie:
A
Voeg 35 gram suiker toe
B
Voeg vijfendertig gram suiker toe

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf je het cijfer voluit of niet?
Kies de juiste optie:
A
Er zijn 22 duizend inwoners.
B
Er zijn 22.000 inwoners.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf je het cijfer voluit of niet?
Kies de juiste optie:
A
Ik eindigde op de achtste plaats.
B
Ik eindigde op de 8ste plaats.

Slide 11 - Quizvraag

Voluit
In cijfers
Dertig/30
tweehonderdnegenennegentig/ 299
vierduizend/4000
Tachtig/80
Vijfentwintig/ 25
Getallen t/m twintig/20
Getallen die een exacte waarde aangeven.

Slide 12 - Sleepvraag

Zin 1.

Slide 13 - Open vraag

Zin 2.

Slide 14 - Open vraag

Zin 3.

Slide 15 - Open vraag

Synoniem

Slide 16 - Woordweb

Huiswerk
Spelling (H5)
Opdracht 27 + 28 + 29

Over Taal (H5)
Opdracht 31

Slide 17 - Tekstslide