NN6 - TH1 - Lezen hs.1 en 2 herhalen (2)

timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen

Vandaag...
- Stillezen
- Herhalen theorie
- Nakijken
- Vragen?


 Doel van de les:
Ik ben voorbereid voor de toets en weet wat mij te wachten staat.



Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
Wat is begrijpelijk schrijven ook alweer?
En wat zijn de 5w+h vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Deelonderwerp
Je leest de alinea
Je vraagt je af: waar gaat dit over?
Het deelonderwerp is enkele woorden

Slide 5 - Tekstslide

Theorie H1

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp vinden
Zo vind je het onderwerp van de tekst:


1. Bekijk de tekst (titel, foto's of plaatjes, tussenkopjes, anders gedrukte woorden)
2. Lees de eerste alinea van de tekst.
3. Geef antwoord op de vraag: 'Waar gaat deze tekst over?'

Slide 7 - Tekstslide

Theorie H2

Slide 8 - Tekstslide

Een alinea
Een tekst is meestal in stukjes verdeeld. Zo'n stukje tekst noem je een alinea:

- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
- Soms springt de eerste regel van een alinea een beetje in.
- Soms wordt er tussen alinea’s een regel overgeslagen (witregel).

Slide 9 - Tekstslide

Deelonderwerpen
Elke alinea gaat over een deelonderwerp
Soms één deelonderwerp maar soms ook meer

Extra uitleg:
Stel je schrijft een artikel over voetbal, het onderwerp is dus voetbal. Wat kunnen dan deelonderwerpen zijn?


Slide 10 - Tekstslide

Deelonderwerp en alinea
Soms gaat één alinea over één deelonderwerp. Soms gaan meer alinea’s over één deelonderwerp.

Slide 11 - Tekstslide

Tussenkopje
Soms staat er een tussenkopje boven een alinea. Een tussenkopje wordt ook gebruikt om duidelijk te maken dat meer alinea’s samen over hetzelfde deelonderwerp gaan.

Op de afbeelding hiernaast zie je een 
voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

Globaal lezen
Globaal lezen: je leest vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea's. Zo ontdek je welke alinea's over hetzelfde deelonderwerp gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Morgen heb je de toets op papier

Slide 14 - Tekstslide