Par. 5.5 Fabrikanten en politici zoeken het buiten Europa.

Par. 5.5 Fabrikanten en politici zoeken het buiten Europa
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par. 5.5 Fabrikanten en politici zoeken het buiten Europa

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
1. Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?
2. Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?

Slide 2 - Tekstslide

Modern Imperialisme

Verovering van Afrika en Azië

  • Kolonie
  • Bemoeien met lokale bestuur
  • Afrika en Azië waren afhankelijk van Europa (producten, handel, bestuur, etc.)

Slide 3 - Tekstslide

Modern Imperialisme, WAAROM?
1. Economische motieven
2. Politieke motieven
3. Culturele motieven

Slide 4 - Tekstslide

Economische motieven

Grondstoffen
Basismateriaal voor een product

Afzetgebied
Gebied waar goederen verkocht werden



Slide 5 - Tekstslide

2. Politieke motieven
  • NATIONALISME
  • Machtsverhoudingen 
              -Duitse Keizerrijk
             - Andere landen gaan opzoek naar eerherstel
NATIONALISME = ...
- Duitsland (1870 Duitse eenwording)
- Frankrijk niet langer de hoofdrol op vasteland

Als reactie:
- FR. buiten Europa op zoek naar gebied
- Andere landen volgen ook. 

Slide 6 - Tekstslide

CONFERENTIE VAN BERLIJN = 
Grootmachten verdelen Afrika aan de tekentafel

Slide 7 - Tekstslide

3. Culturele motieven

  • Verspreiden christendom
  • Westerse beschaving brengen (superioriteit van de westerlingen)

  • Darwin: On the Origin of Species (alleen de beste aangepaste soorten overleven in de natuur)

Slide 8 - Tekstslide

Waarvoor hadden Europese landen grote gebieden nodig buiten Europa?
A
Grondstoffen voor fabrieken. Land om op te leven.
B
Landbouw Land om op te leven.
C
Grondstoffen voor fabrieken. Landbouw
D
Grondstoffen voor fabrieken. Gebieden om producten aan te verkopen.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe verschilde het stichten van koloniën in de Gouden Eeuw van het stichten van koloniën in de tijd van burgers en stoommachines?
A
In de Gouden Eeuw waren het vooral handelsposten, geen grote stukken grond die werden veroverd.
B
In beide tijden was het stichten van koloniën hetzelfde.
C
In de Gouden Eeuw werd vooral Azië gekoloniseerd, in de tijd van burgers en stoommachines vooral Afrika.
D
In de Gouden Eeuw werd er meer gekoloniseerd dan in de tijd van burgers en stoommachines.

Slide 10 - Quizvraag

Om welke politieke (bestuur) reden deden Europese landen aan modern imperialisme?
A
Doel was om andere landen te besturen.
B
Ze wilden een grotere afzetmarkt voor producten.
C
Veel koloniën = macht!

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit wat er werd besloten bij de Conferentie van Berlijn. Gebruik in je antwoord: Afrika.

Slide 12 - Woordweb

Welk cultureel motief had Europa om te koloniseren?
A
Verspreiden van de Europese cultuur - superioriteitsgevoel.
B
Verspreiden van het christendom.
C
Om er machtig uit te zien.
D
Grondstoffen halen uit koloniën voor de productie in fabrieken.

Slide 13 - Quizvraag

Afsluiten
1. Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?
2. Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?

Slide 14 - Tekstslide