H19.1 Vermogensmarkt (vragers van vermogen)

Havo H19 Vermogensmarkt
19.1 Vragers van vermogen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H19 Vermogensmarkt
19.1 Vragers van vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt
  • de vragers en aanbieders van vermogen noemen
  • aangeven aan welk vermogen vragers behoefte hebben 

Slide 2 - Tekstslide

Vermogensmarkt
  • concrete of abstracte markt? 
  • geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Er is geen fysieke plaats waar je naar toe kunt; abstracte markt
  • vragers?
  • consumenten, overheid en ondernemingen
  • aanbieders?  
  • institutionele beleggers, spaarders, bedrijven
    en overheid

Slide 3 - Tekstslide

Geldmarkt en kapitaalmarkt
< 1 jr
> 1 jr
vrij verhandelbaar
1 op 1

Slide 4 - Tekstslide

Consumenten
Consumenten kunnen geld lenen als zij niet genoeg gespaard hebben, maar wel grote uitgaven willen doen.

Geld lenen kost geld. Leg uit?

Alle kosten die verbonden zijn aan het lenen van geld noemen we financieringskosten

Slide 5 - Tekstslide

De overheid
De uitgaven van de centrale overheid zijn vaak groter dan de jaarlijkse inkomsten. Dit noemen we het financieringstekort (--> algemene economie).

Dit financieringstekort wordt gedekt door geld te lenen, bv staatsobligaties.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het voordeel (voor de koper) van een staatsobligatie?

Slide 7 - Open vraag

Op welke twee manieren kun je geld verdienen met een obligatie? Licht je antwoord toe!

Slide 8 - Open vraag

Ondernemingen
Ondernemingen gebruiken eigen en vreemd vermogen voor de financiering van kapitaalgoederen, zoals: gebouwen, machines en voorraden.

Hoe trekken ondernemingen vermogen aan?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe verkrijgen ondernemingen eigen vermogen?

Slide 10 - Open vraag

Hoe noemen we het uitgeven van aandelen?

Slide 11 - Open vraag

Welke posten op de balans horen allemaal bij het eigen vermogen?

Slide 12 - Open vraag

Noem een nadeel van eigen vermogen en van vreemd vermogen voor de onderneming

Slide 13 - Open vraag

Op welke twee manieren kun je geld verdienen als aandeelhouder?

Slide 14 - Open vraag

Zelf aan de slag
Lees paragraaf 19.1 en maak opgave 19.1

Slide 15 - Tekstslide