Verkeersborden

 Verkeersborden 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Verkeersborden 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen.
In deze les gaan we oefenen met verkeersborden, welke je al kent en welke je nog moet oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verkeersregels weet jij?
Noem er minimaal 3.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

waar moet je fietsen
A
stoep en voetpad
B
fietsstrook en fietspad
C
voor een auto
D
midden op de straat

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Denk na over de route die jij neemt naar school. Wat kom je allemaal tegen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet Jurgen doen bij het driehoekige
verkeersbord en waarom?
A
Jurgen hoeft niks te doen. Hij heeft voorrang.
B
Iedereen die van links en rechts komt heeft voorrang. Jurgen moet stoppen.
C
Jurgen moet terug, hij mag absoluut niet verder fietsen.
D
Hij moet verkeer van rechts voorrang geven.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke borden zag je op
het plaatje?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

stel nou je fietst hier (wijs plek aan) en je wil daar heen  (wijs aan) er komt van hier een auto aan rijden wat moet jij doen en wat moet de auto doen?
Wat moet jij doen en wat moet de auto doen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Hier moet ik verplicht hand in hand lopen
B
Voetpad: Je moet hier lopen
C
Hier mogen alleen ouders met hun kinderen lopen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het bord hiernaast?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Pas op, een gevaarlijk kruispunt.
B
Pas op, de weg houdt hier op.
C
Pas op, ga niet op het kruis staan.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Voorrangsweg, als fietser moet je voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt
Jij rijdt niet meer op een voorrangsweg!
Jij hebt voorrang op
verkeer van links en rechts.
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de linker zijstraat. 
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de rechter zijstraat. 
Het waarschuwt je dat je voorrang moet geven aan het verkeer uit de zijstraten. 
 Je moet stoppen en voorrang geven aan al het verkeer van links en rechts.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wie mag eerst en waarom?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Je krijgt voorrang van mensen die van links en rechts komen.
B
Je moet voorrang geven aan mensen die van links en rechts komen.
C
Je moet altijd stoppen en helemaal stilstaan.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pas op, haaientanden
Dit is een voorrangsweg
Pas op, gevaarlijk kruispunt

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lindy wil links afslaan. Wat moet ze doen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kom je dit bord tegen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Aan het einde van de weg is een autoweg.
B
Aan het einde van de weg is een parkeerplaats.
C
Aan het einde van de weg loopt de weg dood.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar
Niet waar
Als verkeerslichten werken, gelden de verkeersborden niet
De voorrangsborden en haaientanden gelden ook als de verkeerslichten werken.
De voorrangsborden gelden op dit kruispunt als het verkeerslicht voor jou oranje wordt. 
Als alle verkeerslichten oranje knipperen of niet branden, gelden de voorrangsborden. 

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 
Daan wil naar de bibliotheek. Hij moet een drukke weg oversteken.
Welke route kan hij het beste nemen?

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verkeersborden of regels heb jij onthouden, schrijf er een paar op.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

zijn er nog dingen die jullie willen weten? of hebben jullie nog ergens vragen over?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

einde

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies