2.1 Organen van dieren

2.1 : Organen van dieren
Boek, planner, laptop en etui op tafel. 
Leerdoel voor deze les noteren
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. (de dwarsdoorsnede staat in je opdrachten)
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Aan de slag -> fluisterend overleg
Instructie
Aan de slag -> fluisterend overleg
Afsluiten van de les
timer
20:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.1 : Organen van dieren
Boek, planner, laptop en etui op tafel. 
Leerdoel voor deze les noteren
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. (de dwarsdoorsnede staat in je opdrachten)
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Aan de slag -> fluisterend overleg
Instructie
Aan de slag -> fluisterend overleg
Afsluiten van de les
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

HV aan de slag
  • Maken opdrachten van basisstof 8
  • Begin maken aan samenvatting

Slide 3 - Tekstslide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Woordweb

De leerdoelen
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. (de dwarsdoorsnede staat in je opdrachten)
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Slide 5 - Tekstslide

De organen van een mens
.

Slide 6 - Tekstslide

Organen
Ons lichaam is opgebouwd uit organen.
Orgaan: deel van een organisme met één of meer functies. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Orgaanstelsels

Slide 8 - Tekstslide

het skelet is geen orgaanstelsel
A
niet waar
B
waar

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de orgaanstelsel

Slide 10 - Tekstslide

een orgaan is een deel van een organenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Organen van dieren
zoogdieren:
dezelfde organen en orgaanstelsels 

Slide 12 - Tekstslide

Ook insecten hebben organen en orgaanstelsels
Organen van dieren

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 14 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend. Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het spierstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 16 - Quizvraag

Je tong is een orgaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

2.1 : Organen van dieren
Boek, planner, laptop en etui op tafel. 
Leerdoel voor deze les noteren
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. (de dwarsdoorsnede staat in je opdrachten)
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Aan de slag -> fluisterend overleg
Afsluiten van de les
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide


Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 19 - Quizvraag

Is een orgaan een groep organenstelsels die samenwerken?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 21 - Quizvraag