H2 wereldbeeld: oefentoets

Deze toets richt zich vooral op leerwerk. De meeste vragen testen of je de feiten/begrippen goed geleerd hebt.

Op de echte toets worden er meer toepassingsvragen gesteld.

Om die vragen te kunnen beantwoorden moet je juist de lesstof heel goed geleerd en begrepen hebben.


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze toets richt zich vooral op leerwerk. De meeste vragen testen of je de feiten/begrippen goed geleerd hebt.

Op de echte toets worden er meer toepassingsvragen gesteld.

Om die vragen te kunnen beantwoorden moet je juist de lesstof heel goed geleerd en begrepen hebben.


Slide 1 - Tekstslide

Noem 2 economische indicatoren die welvaart meten, en 1 indicator die welzijn meet.

Slide 2 - Open vraag

Geef 2 nadelen van het meten van welvaart met het bbp/hoofd.
Leg per nadeel uit waardoor het een vertekenend beeld kan geven van het ontwikkelingspeil van een land.

Slide 3 - Open vraag

Leg uit wat de lorenzcurve is, en op welke manier het informatie laat zien.

Slide 4 - Open vraag

De verklaring voor de bevolkingsspreiding van een land is een mix van natuurlijke en sociaaleconomische factoren.

Geef de 3 verschillende factoren. Geef bij elke factor een korte toelichting van hoe het de bevolkingsspreiding beïnvloedt.

Slide 5 - Open vraag

Noem 4 voorbeelden van cultuurelementen

Slide 6 - Open vraag

Wat is diffusie?

Slide 7 - Open vraag

Immateriële cultuurelementen kunnen makkelijker verspreidingen dan materiële cultuurelementen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Geef 2 kenmerken van een dictatuur.

Slide 9 - Open vraag

Als je kijkt naar de mate van vrijheid in de wereld: welke stelling is juist?
A
de meeste perifere landen zijn 'vrij'
B
China en Rusland zijn 'gedeeltelijk vrij'.
C
India en Brazilië zijn 'vrij'
D
De meeste centrumlanden zijn gedeeltelijk vrij.

Slide 10 - Quizvraag

Geef aan wat kenmerkend is voor het exportpakket van perifere landen.

Slide 11 - Open vraag

Geef 2 van de 4 nadelen als een exportpakket vooral bestaat uit grondstoffen.

Slide 12 - Open vraag

geef de 2 soorten bevolkingsgroei en geef per soort een korte uitleg.

Slide 13 - Open vraag

Leg uit hoe en waardoor het geboortecijfer verandert als het ontwikkelingspeil van een land toeneemt.

Slide 14 - Open vraag

In veel landen in Afrika is het geboortecijfer de laatste 20 jaar flink gedaald. Toch groeit de bevolking nog sterk. Leg uit hoe dat kan.

Slide 15 - Open vraag

periferie
semi-periferie
centrumland
vergrijsd
centrumland

Slide 16 - Sleepvraag

hoogste 
grijze druk
goede opbouw voor economische groei
hoogste 
groene druk

Slide 17 - Sleepvraag

Azië
Europa
Latijns-Amerika
Afrika

Slide 18 - Sleepvraag

In welk land verwacht je een hoger verstedelijkingstempo? Duitsland of Zuid-Afrika Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de bron. Welk land heeft het hoogste ontwikkelingspeil?
Geel = verstedelijkingsgraad
Blauw = verstedelijkingstempo
A
China
B
Zuid-Korea

Slide 20 - Quizvraag

De meeste megasteden liggen in centrumlanden.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit hoe een primate city verschilt van een megastad.

Slide 22 - Open vraag

Noord-
Amerika

Afrika

Azië

Europa

Slide 23 - Sleepvraag

Einde oefentoets
Let op, niet alle lesstof is in deze oefentoets teruggekomen.
Bekijk de leerdoelen om te controleren of je alle lesstof beheerst.

Slide 24 - Tekstslide