Nierfalen

Nierfalen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nierfalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillen tussen acuut en chronisch nierfalen uitleggen. Aan het einde van de les kun je de oorzaken en symptomen van nierfalen identificeren. Aan het einde van de les kun je de behandelingsopties voor nierfalen beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over nierfalen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nierfalen?
Nierfalen is een aandoening waarbij de nieren niet goed functioneren. Het verlies van het vermogen om afvalstoffen uit het bloed te filteren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typen nierfalen
Acuut nierfalen: Plotseling en vaak tijdelijk. Chronisch nierfalen: Langzaam en vaak permanent.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van acuut nierfalen
Ernstige infecties, schadelijke medicijnen, verminderde bloedtoevoer naar de nieren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van chronisch nierfalen
Diabetes, hoge bloeddruk, chronische nierziekten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van nierfalen
Vermoeidheid, gezwollen ledematen, misselijkheid, verminderde urineproductie, kortademigheid.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingsopties voor nierfalen
Medicatie, dialyse, niertransplantatie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
Nierfalen: Een aandoening waarbij de nieren niet goed functioneren. Acuut nierfalen: Plotseling optredende nierinsufficiëntie. Chronisch nierfalen: Langzaam ontwikkelende en vaak permanente nierinsuff

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.