Gamen

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
MediawijsheidBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Pong is het eerste computerspel wat in 1972 is uitgebracht. Eerst kon je het alleen nog spelen in een speelhal maar in 1975 werd er een versie uitgebracht waardoor je het ook thuis kon spelen. Het spel was nog niet in kleur en niet iedereen had een computer thuis. Het was dus niet voor iedereen mogelijk om het spel te spelen. Het spel bestaat nu nog maar is dan veel mooier gemaakt.
Slim Gamen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag staan alle lessen in het teken van Gamen. Het wordt een soort project dag waarbij en taal, beeldende vorming (knutselen), geschiedenis, burgerschap en mediawijsheid gaan behandelen. En soms heb je misschien niet eens door dat we met een bepaald  vak bezig zijn.
Deze project dag heeft verschillende doelen. Jullie leren de voor en nadelen van gamen. Of gamen wel gezond voor je is, wat je eventueel met gamen kan verdienen. Jullie leren wat voor spelletjes er vroeger werden gespeeld, hoe pixels zijn opgebouwd, maar ook hoe het kan dat een spel een leeftijdscategorie toegewezen krijgt of een bepaalde code. Maar ook zelf een game maken. Dus een hele dag vol met allemaal leuke activiteiten en lessen.
Game jij ook?

Slide 3 - Tekstslide

We beginnen met de vraag. Wie gamet er wel eens. Iedereen krijgt een game-paspoort en mag deze invullen. Daarna gaan we die bespreken. Jullie krijgen 5 minuten om deze in te vullen.
https://nos.nl/op3/artikel/2252709-hoe-de-game-industrie-een-multi-miljardenbusiness-werd

Slide 4 - Tekstslide

In de game wereld wordt heel veel geld verdiend. In 2017 werd er voor 100 miljard euro aan geld verdiend. En dit wordt elk jaar meer. Er wordt geld verdiend door het kopen van het spel, maar er wordt ook heel veel geld verdiend aan gratis games. Hoe kan dat bijv?

Het kopen van skins, dansjes, pakjes.  wapens, huisjes, diertjes, kleding enz. Als elke speler 1 euro betaald en dat over heel de wereld dan wordt dat heel snel heel veel geld.

We gaan kijken hoe het allemaal in zijn werk gaat.
Is gamen nou slim of niet?

Slide 5 - Tekstslide

Uit verschillende onderzoeken wordt er heel veel gegamet. Van alle kinderen van de basisschool gamen 89% van alle kinderen wel eens een keer en 38% doen dit zelf elke dag. Dus als we naar onze klas kijken. Dan gamen 3 kinderen elke dag. En wat blijkt uit ons paspoort. Wie gamet er elke dag?
We zitten boven of onder het landelijk gemiddelde.

Maar is gamen nou eigenlijk slecht voor je? Schrijf voor jezelf bij opdracht 1, 3 voordelen en 3 nadelen van gamen op. Deze gaan we zo bespreken.
Voordelen van gamen.

Voordelen af en toe gamen:
• Het geheugen trainen
• Leren om problemen op een creatieve
   manier op te lossen
• Het ruimtelijk inzicht en oog-hand-
   coördinatie trainen
• Leren samenwerken (in het geval van
   een spel met meerdere spelers)

Slide 6 - Tekstslide

Welke dingen heb jij geleerd door het spelen van games? Vul dit eens in bij opdracht 2.
Nadelen van gamen.

• Bij veel gamen worden er weinig bewogen, slecht voor de gezondheid
• Kinderen die veel gamen en weinig buiten komen kunnen later slechtziend worden of zelf blind
• Het kan verslavend werken
• Gebruik maken van chatfuncties kan gevaarlijk zijn
• Verleiding tot steeds meer te kopen

Slide 7 - Tekstslide

Wat vind jij de belangrijkste nadelen van gamen? Schrijf deze maar op je blaadje bij opdracht 3. Deze gaan we zo bespreken.

Slide 8 - Tekstslide

Vroeger bestonden er helemaal geen computers en dus ook geen computergames. Een van de eerst computerspelletjes was Pong, zoals op het eerste filmpje. 
Ook bestond er nog niet zoveel speelgoed als wat we nu allemaal hebben. Er werd ook minder bij elkaar binnen gespeeld maar veel meer gingen de kinderen naar buiten. Kunnen jullie bedenken welke spelletjes er vroeger allemaal werden gespeeld?

Slide 9 - Tekstslide

Groepje 1 Nabil, Taim, Anna, Raneem en Fien


Groepje 2 Lucas de K, Sven, Teun, Ariane en Matenge

Groepje 3 Achmed, Milan, Maysae, Mila, Dani en Julie

Groepje 4 Jop, Lucas K. Macey, Romy en Ariane
Waar moet je opletten voordat je aan een spel begint.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Voordat je een game koopt of speelt is het slim om eerst bekijken of het spel wel geschikt is voor jouw leeftijd. Net als films en televisieprogramma's bestaat er voor games ook een kijkwijzer. Dit heet PEGI en wordt over alle landen in Europa gebruikt. Je hebt leeftijdscategorien en plaatjes die laten zien wat er in een spel voorkomt. Op de doos van het spel staan de plaatjes en leeftijdscategorien.
Bij elk spel hoort ook een leeftijdscategorie.

Slide 12 - Tekstslide

Bij elk spel hoort ook een leeftijdscategorie. Er bestaan 7 verschillende leeftijdscategorien.
3, 7, 12, 16, 18 jaar. Bespreek met je groepje welke verschillende leeftijdscategoerien van PEGI bij de games horen. 
Vul de antwoorden in op je werkblad bij opdracht 4. Werk samen met je groepje.
Kan jij bedenken wat er per pictogram wordt bedoeld?

Slide 13 - Tekstslide

Aan elk spel is ook een pictogram gekoppeld. Een pictrogram is een plaatje waarop je een betekenis kan uithalen. Werk samen in je groepje en vul met elkaar het werkblad in bij opdracht 6. Weten jullie alle omschrijvingen van de pictogrammen. 
Gezond gamen
Hoe lang kan je gamen dat het nog gezond blijft?
Hoe lang game jij?

  • 20 - 20 - 2 regel

Slide 14 - Tekstslide

Een van de nadelen van gamen is dat je veel stil zit en weinig beweegt. Ook kijk je veel naar een beeldscherm wat verschillende oogklachten kan veroorzaken, maar ook hoofdpijn.
Denk allemaal eens na hoe lang je gemiddeld per dag naar een beeldscherm (televisie, telefoon, ipad, computer) kijkt.

Vul dit in bij opdracht 7.
Dan gaan we dat met elkaar bespreken.

Vertellen tijdens het bespreken
Het is belangrijk om gamen af te wisselen met bijv buitenspelen, sporten, wandelen, knutselen, spelen. Er bestaat de 20 -20 -2 regel. 20 minuten gamen, daarna 20 seconden voor je uit kijken, en 2 uur spelen zonder beeldscherm.

Gamen en veiligheid
Praten met anderen via chatfuncties

Slide 15 - Tekstslide

Het is leuk om samen een game te spelen, maar soms bevat een game ook een chatfunctie. Met de chatfunctie kan je met elkaar kletsen. Dit is heel erg leuk zolang je maar weet wie aan de andere kant van de chat zit. Het is heel belangrijk dat je alleen chat met kinderen die je echt kent. Soms zijn er mensen met een nepprofiel dat betekent dat ze iemand anders zijn dan dat ze zeggen. Zij willen vaak iets kwaads doen, bijv dat je geld geeft. Het is daarom heel belangrijk dat je altijd voorzichtig blijft en als je twijfelt dan vraag je aan papa of mama of zij jou willen helpen. Daarom is het verstandig om alleen met je eigen vrienden te gamen en te chatten.

Wie heb ik aan de lijn?

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik je weleens de chatfunctie bij een game?

Met wie praten ze dan? Bekenden of soms ook onbekenden?

Heb je weleens iets geks meegemaakt?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleuren van een game
bestaan uit......??

Slide 18 - Tekstslide

Vorige keer hebben we al een oefening gedaan met het maken van je eigen kleurcodes. Wie weet nog hoe het zit? Hoe heten die blokjes die je soms zit op je beeldscherm? 
En hoe wordt het plaatjes duidelijker?
En hoe weet de computer welke kleur dit moet laten zien?
En welke nummers worden er dan gebruikt voor de kleuren?

We gaan straks een game maken en daarin komt een eigen gemaakt karakter, voorwerp, dier, bloem wat jij wilt. Die je zelf gemaakt hebt. Iedereen krijgt 2 blaadjes. Op het ene blaadjes maak je het voorwerp in kleur en je schrijft daar kleurcodes bij. De kleurcodes bestaan alleen uit de cijfers 1 en 0. Je mag zelf de kleur en de code verzinnen. Op het andere blaadje maak je dezelfde tekening, maar dan vul je alleen de codes in zodat een ander de tekening kan inkleuren. Beide tekeningen zouden dan hetzelfde moeten zijn.  Dan hebben jullie beide een karakter, dier, bloem enz om straks in je game te gebruiken.  Volgende sheet voor nog meer uitleg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak je eigen karakter

Slide 20 - Tekstslide

Iedereen maakt een karakter van minimaal 4 kleuren. en de code bestaat uit 4 cijfers en alleen de 1 en de 0 gebruiken.

De plus kinderen maken een karakter van 6 kleuren. (dus Teun, Nabil en Taim)
Maak je eigen game

Slide 21 - Tekstslide

Om je eigen game te maken moet je eerst een aantal dingen van te voren bedenken.
Je moet bijv weten:
Hoe ziet het spel eruit
Waar gaat het spel over
Wie is het karakter
Voor welke leeftijd
Wat zijn de spelregels.
We werken in groepjes van 2 en 1 groepje van 3.

Dit ga je invullen op je opdracht formulier. Daarna ga je je game maken met verschillende materialen.
Zo doe je dat.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding

Slide 23 - Tekstslide

Welke nieuwe dingen heb je in deze les geleerd?

Wat vond je het meest interessant?

Zijn er nog meer dingen over het onderwerp games waar je nog meer over zou willen weten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies