1.2 - A - Samenleving en politiek


1.2 - Samenleving
en politiek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


1.2 - Samenleving
en politiek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt ontwikkelingen in de industriële samenleving in de 19e eeuw uitleggen. 

  • Je kunt opvattingen van liberalen en socialisten uitleggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Industrialisatie
  • Industrie en samenleving
  • Politiek in de 19e eeuw
  • Politieke stromingen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Industrialisatie
  • Door de komst van de stoommachine versnelde de industrialisatie
  • De samenleving verandert, in Nederland groeien de havens van R'dam en A'dam doordat grondstoffen vanuit kolonies worden aangevoerd. 
  • Het modern-imperialisme speelt hierbij een rol. Europese landen bouwen grote koloniale rijken in Azië en Afrika.  
Leerdoel 1

Slide 4 - Tekstslide


Industrie en samenleving

  • In Nederland ging de samenleving er anders uit zien.
  • Werkloze boeren trokken naar de stad om te gaan werken in fabrieken, daardoor ontstond er verstedelijking. De steden groeiden. 
  • De arbeiders hadden geen rechten, arbeiderswijken waren vol problemen. 
  • Vanaf 1870 werd dit de sociale kwestie genoemd. 
Leerdoel 1

Slide 5 - Tekstslide

Politiek in de 19e eeuw
  • In de 19e eeuw steeg de politieke participatie. Het kiesrecht werd uitgebreid dus steeds meer mensen deden mee aan de politiek.  

  • Ook bevolkingsgroepen die vroeger niet meetelden zoals arbeiders en vrouwen wilden emanciperen: gelijke rechten krijgen. 

  • Hierdoor ontstonden politieke partijen. 
Leerdoel 2

Slide 6 - Tekstslide


Politieke stromingen

  • Elke politieke partij had een idee over hoe de samenleving moest worden ingericht (ideologie). 
Stroming
Kernwoord
Kern
      Partij
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien
met mensen en de economie.
Liberale unie
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
SDAP
Leerdoel 2

Slide 7 - Tekstslide


Sociaaldemocraten

                      

  • De eerste socialisten wilden een revolutie van arbeiders. Maar rond 1890 kwamen de sociaal democraten. Zij richten de SDAP op. 
  • De leider van deze partij was Pieter Jelles Troelstra. 
  • Het doel was om zo snel mogelijk het algemeen kiesrecht in te voeren. Zo konden arbeiders via politiek de leefomstandigheden verbeteren. 

Leerdoel 2

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Socialisme
Liberalisme
Fabrieksarbeiders
Hoge burgerij
Grote rol overheid
Kleine rol overheid
Gelijkheid
Vrijheid
Sociale Kwestie
SDAP
Liberale unie
Johan Rudolf Thorbecke
Pieter Jelles Troelstra

Slide 10 - Sleepvraag

Aan de slag
  • Lees "industrie en samenleving" en "liberalen en socialisten" op pagina 20 uit je boek. Maak opdracht 2 en 5.  (deze opdrachten gaan we bespreken).

  • Klaar? Maak opdracht 1, 3 en 6.  

Slide 11 - Tekstslide