les 6- 1.5

Plattegrond
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Wat moet je nu pakken?

Etui
Boek (deel 1)
Schrift 
Agenda 


Wat gaan we vandaag doen?
 
Huiswerk
Wat ga je leren?
Uitleg
Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Agenda:

Woensdag 27-09: opgave 52 t/m 59  van 1.5

Op blz. 30


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt een driehoek tekenen als de lengten van de drie zijden bekend zijn.
- Je kunt diagonalen gebruiken om een veelhoek te tekenen.  

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Driehoeken tekenen met een passer

Je moet drie zijden weten.
ΔABC met AB = 4 cm, BC = 3 cm en AC = 2 cm

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
ΔABC met AB = 4 cm, AC = 3 cm en BC = 2 cm
- Teken AB.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
ΔABC met AB = 4 cm, AC = 3 cm en BC = 2 cm
- Teken AB.
- Teken vanaf punt A een cirkel met straal 3 cm. (AC is namelijk 3 cm, dus C ligt dan op deze cirkel.)

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
ΔABC met AB = 4 cm, AC = 3 cm en BC = 2 cm
- Teken AB.
- Teken vanaf punt A een cirkel met 
straal 3 cm. 
- Teken vanaf punt B een cirkel met 
straal 2 cm. (BC is 2 cm, dus ligt c
op deze cirkel)

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
ΔABC met AB = 4 cm, AC = 3 cm en BC = 2 cm
- Teken AB.
- Teken vanaf punt A een cirkel met 
straal 3 cm. 
- Teken vanaf punt B een cirkel met 
straal 2 cm. 
- Teken ΔABC. C is het punt waar de cirkels snijden.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg
ΔABC met AB = 4 cm, AC = 3 cm en BC = 2 cm
- Teken AB.
- Teken vanaf punt A een cirkel met 
straal 3 cm. 
- Teken vanaf punt B een cirkel met 
straal 2 cm. 
- Teken ΔABC. C is het punt waar de cirkels snijden.

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
Diagonaal

Gaat door het figuur heen.
Gaat van hoekpunt naar hoekpunt.
AC en BD zijn diagonalen.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg
Diagonaal

Gaat door het figuur heen.
Gaat van hoekpunt naar hoekpunt.
AC en BD zijn diagonalen.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    opgave 52 t/m 59 op blz 30
Hoe?    stil
Hulp?   steek je vinger op
Tijd?     5 minuten
Klaar?  maak 60 t/m 68 

+ 18 t/m 22  op blz. 15

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    opgave 52 t/m 59 op blz 30
Hoe?    fluisteren
Hulp?   overleggen of steek je vinger op
Tijd?     ... minuten
Klaar?  maak 60 t/m 68 

Slide 14 - Tekstslide